jueves, noviembre 30, 2006

38. Linkshandigheid

Terug naar de spiegel uit de introductie. Het spiegelbeeld tijdelijk demedialiseren. Linkshandigheid. Hij voelt een directe sympathie voor andere linkshandigen (het enige fysieke kenmerk samen met lengte, in het 1,80 – 1,95 meter gebied, dat directe sympathie bij hem oproept.) Een van die makkelijke uitingsvormen van het narcisme van kleine verschillen, echter een waar je zelden over spreekt. Of beter het is iets wat ter sprake komt wanneer je begint te schrijven en vervolgens langzaam wegebt. Dan ben je al bewust ingedeeld als minderheid, met zijn nadelen (de verschrikkelijke inktvegen) en subtiele voordelen (tennis, honkbal en de ongrijpbare hand-oog coördinatie van de linkshandige.) Een kleine cultus, zwijgzaam, een korte glimlach bij wederzijdse herkenning (wat valt er verder nog te bespreken?) met voor wie er gevoelig is een duistere sympathy for the devil cool. Want je hebt zoals de Italianen zeggen een mano sinistra, immers:

“Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; de schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is.” (Mattheüs 25: 32-34)

sábado, noviembre 11, 2006

37. Roma (1972)

Zo worden ze echt niet meer gemaakt. Compleet compromisloze wervelstormen van films, geen plot, de stad als autobiografie, alleen maar intensiteiten, herinneringen, dromen, lichamen, film die zichzelf expliciet onttovert (Fellini en crew pontificaal in beeld tijdens de sensationele rit over de ringweg, “als een ring van Saturnus”) en hertovert (de magische nachtrit van een motorcollectief langs de verlichte monumenten...de Italianen van die generatie wisten allemaal hun films groots af te sluiten.)



Zoals altijd met Fellini, ondanks zijn grappen en grollen, een melancholische aangelegenheid: het Rome van zijn aankomst als jonge man is net zo goed verdwenen als het Rome van 1972. Dat wist hij dan ook prachtig te vangen in de redelijk beroemd geworden scène waar bij de aanleg van de metro een perfect geconserveerd Romeins huis wordt ontdekt. Al snel begint de toegestroomde lucht van de 20ste eeuw de felle kleuren van de fresco’s te vernietigen. Of is dat oppervlakte en is Rome uiteindelijk eeuwig? Een voortdurende organisatie van herrie, blikken, lust, vernieuwing, verlies, conservatie.

Fellini is ook een van de weinige filmers die een even flauwe als slimme grap van een modeshow voor priester- en monnikgewaden (de katholieke perversiteit van uiterlijk vertoon die je in Rome pas echt in zijn complete hoogmoed en mengsel van schoonheid/lelijkheid kan ondergaan) een sinistere ondertoon weet te geven die je daarna eigenlijk alleen nog in Lynch of Cronenberg tegenkomt.

(Wat hij zich na afloop afvraagt: is er een andere stad waar een zelfde film over gemaakt kan worden? Amsterdam: te klein en jong. Londen: zijn voorgeschiedenis weggebrand. Parijs: heel misschien. Of moet je oostwaarts gaan om een soortgelijke, eeuwige chaos te vinden: Istanbul, Caïro, Bombay?)

sábado, noviembre 04, 2006

36. Baader Meinhof




Onvermijdelijk onderwerp. Soms lijkt hij het jarenlang vergeten en dan keert het in alle hevigheid terug. Wat hij over J.G. Ballard en Helmut Newton stelde kan hij zo herhalen als: zijn DeLillo fans per definitie Baader Meinhof sympathisanten? (Of werkt het omgekeerd: ben je gefascineerd door Baader Meinhof en herken je die fascinatie in DeLillo?) Zij spoken weer rond in zijn wereld sinds de impulsaanschaf van Astrid Prolls Hans und Grete: Bilder Der RAF 1967-1977, een even prachtig als ongrijpbaar fotoboek. Je bladert het in eerste instantie zo door, misschien omdat er een aantal wereldberoemde foto’s in staan (Ulrike Meinhof met zonnebril, Baader en co bij het proces van 1968, de jonge filmgeluidsman Holger Meins als proto-techno icoon –check nog maar eens het artwork van Farbens Textstar-) Het moet verzinken, de verbazing over de korte bestaansduur in vergelijking met het trauma dat de RAF heeft veroorzaakt in de Duitse psyche dient af te nemen. Wat Proll mooi laat zien is hoe de RAF uit een bepaalde cultuur is ontstaan en tegelijkertijd hoe bevreemdend het is om Baader een vrolijk dansje te zien doen tijdens een ludieke protestactie in 1967 en tien jaar later dood op een gevangenisvloer te zien liggen, om Ensslin naakt te zien in een avant-garde film en vijf jaar later als gevangene waarschijnlijk met plezier een identificatieproces te acteren.



En natuurlijk spat het punctum van bijna elke pagina zoals de onvermijdelijke glamour en erotiek door de beelden spookt (Irene Goergens waanzinnig mooie stoerheid, Ensslins plotse maar gepijnigde glimlachen.) Ze blijven voor altijd een uniek mengsel van popster en heilige, soms meer het eerste (met name Ensslin en Baader op weg naar de gerechtelijke uitspraak in april 1977) soms meer het laatste (de schrikbarende foto van Meins uitgemergelde lichaam die je direct doet associëren met een Russische martelaar.) Zoals met Dial H.I.S.T.O.R.Y. maakt het boek iets tastbaars van een overgang tussen de onschuld van terrorisme, als een edel/positief/creatief proces en iets dat veel grimmiger is. Het heeft natuurlijk niets te maken met het hedendaagse terrorisme, dat was echt, nu is…iets duisters, spookachtigs, onwaarachtigs. Los van het feit dat hij niet gelooft in Bin Laden en Atta als veel meer dan klassieke patsies, slechte sprookjesschurken die net teveel hebben rondgehangen in die nare schaduwwereld van Miami/CIA. De naam terrorist niet waard.

Toevallig vandaag las hij in een krantenstuk over Elfride Jelineks RAF theaterstuk dat Ensslin in een boetiek werd gearresteerd. Een van die details die hem op een of andere manier blij maken, vol betekenis zitten en tegelijkertijd doen denken aan de even wonderlijke als grimmige, als helaas ook overgeanalyseerde ‘State of Emergency’ fotoshoot die eerder dit jaar verscheen in Vogue Italia.