jueves, mayo 24, 2007

55. Bam...1-0




Zo maar wat voetbalnostalgie. Hij kan deze wedstrijd nog precies voor de geest halen. Niet de wedstrijd zelf maar de ervaring van de wedstrijd die in 1982 niet live werd uitgezonden. Een zonovergoten lentedag en hij voetbalde voor de flat op de weidse grasvelden met wat vrienden. De zus van een van zijn vrienden luisterde binnen naar de radio en kwam af en toe over het balkon de tussenstand door geven.Vooraf hadden ze hem geknepen, want als Ajax deze wedstrijd zou winnen kon het kampioenschap niet meer ontsnappen (een soort miraculeuze comeback nadat Cruijff in december was teruggekeerd en weer met briljante passjes begon te strooien.) Ah, die onvergetelijke blijdschap na de bevrijdende 1-0 die oversloeg in hilariteit toen de score uitliep naar 3-0. Lerby’s finest hour. Mooi, onderschat elftal overigens dat verfijnd/loom technisch voetbal speelde met Jesper Olsen, La Ling, Jansen, Molenaar, Rijkaard, Vanenburg en af en toe al Van Basten. En met de Gabri van die tijd Dick Schoenaker (die alleen een beter schot had en dus regelmatig scoorde…in deze wedstrijd de 3-0.) Dat shirt is ook nooit mooier geweest. En toch dat rare sfeertje van verval, misschien door het Olympisch Stadion, misschien door bredere bewegingen, niet alleen Amsterdam in 1982 of voetbal in die periode maar het hele gevoel van overgang naar iets anders, nog onbestemd.

De 2-1 van Keje Molenaar in de kampioenswedstrijd een maand later tegen AZ'67 doet hem afvragen: waarom wordt er niet meer zo geschoten? Technisch gezien is het niet bijster lastig. Dus een mentale kwestie. De afwezigheid van een bepaalde brutaliteit...vrijheid? Vrijheid om te denken "ik ga deze bal eens lekker in het doel rossen!"

miércoles, mayo 09, 2007

54. Zes Dagen Spanje

Madrid begint ‘s nachts vanaf El Escorial verdacht veel op Los Angeles te lijken nu vier torens in aanbouw een respectabele hoogte krijgen.

De geur van de Spaanse natuur. Een mengsel van dennen en steen. Aan de andere kant een bos dat door het onkarakteristieke weer van de laatste maanden felgroen is. Daar tussen enorme keien die soms op natuurlijke wijze ingenieus gestapeld zijn. De geur confronteert hem met jeugdige gangen naar rivieren, bergmeren. De keien bezitten een tastbaar soort eeuwigheid. Ouder dan de mensheid, zoals ze de mens met gemak zullen overleven. In Spanje bevind je je trouwens steeds in een relatie met een bepaalde ouderdom, een versleten landschap, een langere reeks van genen en woorden, meer bejaarden in het straatbeeld.



De mystiek van het auto-ongeluk. Er waren weer wat vrije dagen (1 mei is heel terecht een feestdag terwijl pleinen en straten door heel Spanje zijn vernoemd naar zijn verjaardag omdat Napoleon een eeuw eerder op zijn lazer kreeg) dus dan vallen er weer een reeks verkeersdoden. Blijft hem toch fascineren hoe droog dat op journaals in beeld wordt gebracht. Volkomen uit elkaar gereten auto’s, wrakstukken van zo’n formaat dat er weinig fantasie voor nodig is om te concluderen dat de inzittende morsdood zijn en met deze keer als summum het inzoomen op een plastic kinderspeelgoedje tussen het zwartgeblakerde metaal. Dat vertoon van de snelheidsdood heeft hem altijd verbaasd, moet iets wezenlijks over de Spaanse psyche zeggen.

Nu ook fascineerde het hem hoe goed Spanjaarden hun ideeën kunnen verbaliseren. Natuurlijke sprekers. Een web van woorden zonder een greintje onzin, zonder terugkerende “uh”. Vreemd omdat hij zelf merkt dat de taal uitnodigt tot sneller praten. Zou er zoiets zijn als een gradatie van efficiëntie die talen van elkaar onderscheidt?

Real Madrid wint met 1-4 in La Catedral. Verbazing en blijdschap van wege het resultaat en de vertoonde teamgeest maar tegelijkertijd vervult de neergang van het ooit zo trotse Baskische voetbalbolwerk hem met een gevoel van melancholie. Athletic Bilbao als Spaanse variant van Saint-Etienne en Borussia Mönchengladbach.