lunes, junio 30, 2008

98. De Droom Gedroomd



“España, campeona de Europa. Suena raro, pero es así.”

“Spanje kampioen van Europa. Het klinkt raar, maar het is zo,” ware woorden waarmee de analyse van AS gisteren begon. Het blijft de dag erna een onwerkelijk gevoel. Het ging hem op een gegeven moment in die zenuwslopende dagen niet meer om persoonlijk plezier maar eigenlijk vooral nog om Spanje. Als Spanjaard van buitenaf ziet hij het land altijd als een afgeronde entiteit, wat van binnenuit veel lastiger schijnt te zijn. Dat even stomme als geniale spel moest iedereen een keer één laten voelen. Moest de reuzensprong in de moderniteit van Spanje complementeren.

Er is dus een maatschappelijke loutering en er is een voetbal-historische loutering. Een gevoel dat een kruis is afgelegd. De vloek die waarschijnlijk begon met Cardeñosa’s misser voor open doel op het WK 1978 en die sindsdien werd doorgegeven naar Arconada, Salinas, Eloy, Zubizarreta en culmineerde in het Schandaal van Zuid-Korea. Ook zij werden zondag eindelijk verlost. Nooit meer hoeft hij tegeltjeswijsheden aan te horen van “Spanje strandt altijd in de kwartfinale”, “ze worden teveel verdeeld door regionale belangen”, “het sterft altijd in schoonheid.” Nooit meer hoeft hij een wedstrijd van Spanje te kijken met die mengeling van hoop en zelfkastijding.



De sleutelwedstrijd was natuurlijk de kwartfinale tegen Italië. Terwijl hij tijdens de penaltyreeks naar bed ging omdat Spanje die toch nooit won, werden in één keer een drietal complexen geheeld: de cynische angstgegner Italië eindelijk op een toernooi verslagen, voor het eerst sinds 1984 een penaltyreeks gewonnen en eindelijk werd de kwartfinale weer eens overleefd. Maar dan volgt een nieuw terrein, dat van een mogelijkheid om een toernooi te winnen, om alle complexen te overwinnen. Dagen van zenuwen die hij nooit meer wil herleven (al merkte hij na de winst op Rusland dat er een element van verslaving in schuilt.) Talloze scenario’s die door het hoofd beginnen te spoken. Wint Duitsland niet altijd van de mooiere ploeg? Van Hongarije? Van Nederland? Van Frankrijk? Ging dit weer een 1974 worden? Nee, want spelers zijn veranderd, laten zich niet leiden door frustraties en geschiedenis, door zaken voorbij het voetbalveld. Totdat het eindsignaal klinkt en een paar spelers ruimte weten te maken voor verwijzingen, het grootse gebaar van reservedoelman Palop die het shirt van Arconada aantrekt, van Ramos die zijn overleden vriend Puerta niet vergeet. Heiligen, iconen, relikwieën.

Dan rest nog de voetbaltechnische vraag: waarom is dit Spanje kampioen geworden? De drie belangrijkste:

- Ervaring in buitenlandse competities. Spaanse voetballers waren tot voor kort, zoals de Spanjaard in het algemeen, naar binnen toe gekeerd. Zelden werd het geluk in een buitenlandse competitie beproefd en als het gebeurde liepen vooral de Italiaanse avonturen slecht af. Fàbregas en vooral Torres zijn in Engeland niet alleen andere, betere voetballers geworden, ze verruimen de blik van het Spaanse voetbal, zorgen ervoor dat de vervreemding niet, te laat, op het toernooi zelf wordt geconfronteerd.

- De afwezigheid van Raúl. Aragonés heeft het nooit willen uitspellen maar de reden waarom hij Raúl niet mee wilde nemen is niet dat hij over zijn hoogtepunt is maar dat zijn macht moest worden gebroken. Hij is als persoonlijkheid en leider te dominant. Dat was op het vorige EK al duidelijk geworden waar Raúl bovendien steeds de plek van de veel dynamischere Valerón innam en nu was het genoeg. En het werkte inderdaad. Er bleek opeens ruimte voor een jonge, enthousiaste ploeg met al veel ervaring maar zonder valse hiërarchie, die zich niet hoefde uit te sloven voor de glorie van een enkele speler.

- Marcos Senna. Beste speler van het toernooi en de speler die het Spaanse elftal altijd heeft gemist (is het dan toeval dat hij als zwarte genaturaliseerde Braziliaan van buitenaf kwam?) De defensieve middenvelder die kan voetballen, die zowel de verdediging helpt met het uitschakelen van sleutelspelers maar in tegenstelling tot bijna alle andere spelers van dit noodzakelijke maar vervelende type aanvallend mee kan komen. Het middenveld werd hierdoor een rhizoom. Geen klassieke Spelverdeler/Maarschalk meer die uitgeschakeld kan worden en waardoor het aanvalsspel stokt, al komt Xavi enigszins in de buurt. Maar wie door extra aandacht Xavi probeert uit te schakelen wordt overstroomd door de snelle combinaties van Silva, Iniesta en Senna.

domingo, junio 01, 2008

97. Wachtend op de EK-koorts

Uit de tijd dat wanneer je in het Oostblok moest voetballen een pak slaag kon verwachten (zeker als je zo knullig verdedigt.) Kwalificatiewedstrijd voor het EK '76: Polen - Nederland 4-1 (10-09-1975). Dat wat eigenlijk de finale in München ‘74 had moeten zijn. De naam van Lato is onder voetballiefhebbers meestal wel blijven hangen maar Polen zelf denken meestal met weemoed terug aan Kazimierz Deyna. Aanvoerder en spelverdeler met een naam als een poëet...en zo voetbalde hij dus ook.



Zo maar wat beelden uit lang vervlogen tijden om Juni als EK maand in te luiden. Spanje, Nederland of Rusland als kampioen zou leuk zijn maar het lijkt een vrijwel onmogelijke uitkomst. Het is gewoon te stil rond Duitsland, finaleplaats lijkt op sluipende wijze helaas alweer verzekerd (ook gezien een gunstig toernooischema.)