domingo, diciembre 23, 2007

78. Witte Kerst



Barcelona - Real Madrid 0-1

(en dat zonder al te veel moeite.)

Na twee dagen is het tijd om de gedachten te verzamelen die onrustig bleven dwarrelen maar eindelijk zijn neergedaald. En dan te bedenken dat hij bijna de wedstrijd niet wilde kijken omdat hij van het gebruikelijke scenario uitging: snel doelpunt van Barça na onoplettendheid van de verdediging, einduitslag 3-0. Iemand omschreef het al als “Victoria en Mordor” en uit dezelfde referentie zou ik graag willen citeren, “I come back to you now, at the turn of the tide”, want dat heeft zondag natuurlijk definitief plaatsgevonden. Real Madrid heeft weer het heft in handen, staat op de rails, is zelfverzekerd en boezemt angst in. Barcelona heeft op bizarre wijze het initiatief verloren door de Galacticos decadentie van Florentino te kopiëren. Nu wordt duidelijk dat de spoedtransfer van Henry na het kampioenschap van Real meer problemen veroorzaakt of beter afschermt dan oplost. Het enige wat steekt aan zondag is dat ze de superioriteit niet hebben omgezet in een vernederende 0-3 of 0-4 terwijl daar wel de mogelijkheden voor waren.

Schuster heeft redelijk snel een formule gevonden voor een elftal dat werkt, zelfs met een aanvoerder die per decreet (slecht) speelt. Aan de andere kant viel hem zondag de paradox op dat Raul ook niet gewisseld kon worden omdat er een soort ziel uit het elftal zou verdwijnen. De basis is natuurlijk gelegd met de verdediging. Ramos en Heinze op de vleugels maar vooral met het duo Cannavaro – Pepe in het centrum. Pepe zal de komende zeven jaar heersen en zich ontwikkelen tot een van de beste centrale verdedigers uit de geschiedenis van de club. Technisch, geconcentreerd, fanatisch en met intrigerend anticipatievermogen. Het elftal voelt sterk en heeft al traditioneel lastige uitwedstrijden (Bilbao, Valencia, Barcelona) gewonnen zodat lachend aan de tweede helft van het seizoen kan worden begonnen. Tijd om ook de Vloek van Riazor eens te neutraliseren.

En Barça? Zelfs de valsspelende Smurf had hun zondag niet kunnen redden. Natuurlijk is er Messidependencia, die de afgelopen maanden veel heeft gemaskeerd. Ronaldinho speelde zondag niet eens zo slecht en krijgt nu in Cataluña massaal de zwarte piet toegespeeld. Hij zal dus deze zomer verkocht worden voor een bodemprijs (ook al zal het marketingtechnisch een flinke aderlating zijn.) Deco is de volgende want die speelde zondag als een spook. Maar eigenlijk is voor Barça het probleem dat twee pilaren van eigen bodem (zo essentieel voor het instandhouden van de nationalistische mythe) Xavi en Puyol niet redeneren. Zondag werd vooral duidelijk dat de beste jaren van Puyol achter hem liggen. Ook hij is een aanvoerder die minstens nog drie jaar per decreet zal blijven spelen, maar zijn verbanning naar de rechtervleugel spreekt al boekdelen. Kortom, veel hoofdbrekens in Camp Nou, een hele opluchting omdat dit nog maar drie jaar geleden onoverbrugbaar leek.

sábado, diciembre 15, 2007

77. Sly

De grootste utopist sinds Charles Fourier. Overtuigt hem bijna van de inherente goedheid van de mens.



(edit: de vorige opname was mooier omdat het de utopische wens perfect samenvatte, Sly die het publiek uitnodigt om op het podium te dansen, net als zijn band zonder onderscheid van blank of zwart en bovendien 'Everyday People' zingt.)

Eigenlijk komt hij hierop dankzij een toch weer tegenvallende 33 1/3, dit keer met het onderwerp There’s A Riot Goin’ On (1971), juist een van de meest geïnspireerde statements over/vanuit de keerzijde van het bovenstaande, de gevallen utopie. Hoe je een tekst over deze sleutelplaat kan verknallen is bizar. De meest basale reden: het duurt tot meer dan de helft van het boek voordat Miles Marshall Lewis eindelijk bij het eigenlijke album arriveert (en zo geen tijd overhoudt voor de ontvangst van het album, verbanden, connecties.) Het interessante aspect is dat het boek niet vanuit een rockistisch perspectief is geschreven maar een meer hiphop georiënteerde blik (ook al resulteert het niet in een aanstekelijke analyse of een radicale manier van schrijven.)

Zoals altijd, zelfs bij de slechtere afleveringen van 33 1/3, komen er wel leuke feitjes langs, de meest interessante eigenlijk de opzichte dingen waar hij jarenlang overheen heeft gekeken. Hier: opeens is duidelijk waarom die Amerikaanse vlag op de hoes nooit “juist” voelde (het blauw is zwart, de sterren veranderd in een kleiner aantal zonnen) en dat het titelnummer 0 seconden duurt (op zijn cd-uitgave overigens niet als aparte track geprogrammeerd.) De teksten van de plaat als bijlage zijn dan weer jammer…geen plaat laat je zo effectief eigen teksten vormen als There’s A Riot Goin’ On. Zo hoorde hij Sly Stone in ‘Poet’ altijd even terecht als onmogelijk zingen: “I’m Shaun Ryder, a poet.”

jueves, diciembre 13, 2007

76. Erwtensoep

Erwtensoep eten is een nostalgisch gebaar, onlosmakelijk verbonden met de kindertijd. Waarbij hij niet weet of het eigenlijk de katenspek op roggebrood was die hem meer interesseerde dan de groene prut zelf. Na al zijn culinaire zwerftochten had hij zich eigenlijk niet kunnen voorstellen wat een karwei de bereiding inhoudt, misschien niet in snijwerk of lastige handelingen maar zeker wat betreft tijd. Want na twee uur op het vuur te hebben gestaan maakte hij zich toch wel zorgen over de substantie van de soep die niet strookte met de dikke smurrie uit zijn warme herinneringen. Maar een chemisch mirakel (de stolling van het vet?) vindt plaats gedurende die verplichte nacht in de koelkast en zo vervlechten heden en verleden zich op gelukkige wijze. Uiteindelijk is erwtensoep voor hem de klassieker van de Hollandse keuken, een van de weinige gerechten die de culinicide heeft overleefd die zich volgens kenners rond het begin van de 20ste eeuw heeft voltrokken waar de kennis van lokale keukens werd weggevaagd door de dictatuur van de huishoudschool (waarschijnlijk onder het mom van een abject idee van voedsel = louter energie geen genot, besteed u kostbare tijd aan nuttige zaken) en zich qua bruut plezier kan meten met lentejas of fabada (al zijn die twee nog veel eenvoudiger te maken, als droge handeling, misschien niet als kennis in hoe je die paar ingrediënten precies goed krijgt.) Opeens werd hem ook duidelijk waarom sommige zaken zich standaard in het supermarktassortiment bevinden, zoals de knolselderij en de hamschijf…al vinden puristen dat je eigenlijk een varkenspoot moet gebruiken (zonder een queeste onvindbaar want waarschijnlijk door barbaren voornamelijk op een grote hoop afgevoerd om tot frikadel of knakworst te worden verwerkt.)

miércoles, noviembre 28, 2007

75. De Lach en De Das

Er bestaat een bepaalde kritiek van deconstructivistas op de uiterst vermakelijke documentaire Derrida die stelt dat beelden van Derrida bij de kapper onnodig zijn terwijl de rest van de film zijn ideeën oppervlakkig behandelt. Ideeën moet je uit boeken halen, want wat hem juist fascineert voorbij tekst is het charisma van filosofen, de stijl, de kleine gebaren, de geprojecteerde imago’s. Het woordeloze, lang aangehouden beeld van Derrida’s haar dat geknipt wordt is zo treffend omdat het kapsel juist zo onderdeel is van het hele idee “Derrida”. Dat buitentekstuele aspect van denkers houdt hij erg van. Het begint al eigenlijk bij Empedocles die in de Etna springt om te bewijzen dat hij een god is (of briljant de boel heeft belazerd door zijn sandalen bij de rand neer te leggen) en loopt door tot de Wachowski broeders die Baudrillard vragen of hij mee wil werken aan deel twee van The Matrix (Baudrillard zag de bui blijkbaar hangen en weigert beleefd omdat hij naar eigen zeggen meer van Mullholland Drive houdt.)

Zo zou hij graag de lach van Nietzsche een keer hebben willen horen. Dat zit er natuurlijk niet in maar de raspende lach van Deleuze is een goede vervanger (waarschijnlijk omdat het zo’n mooie conclusie is van zijn korte, poëtische irritatie.)



Beelden die overigens onderdeel zijn van het televisieprogramma L'abécédaire de Gilles Deleuze uit 1988 waar Deleuze met Claire Parnet in acht uur het alfabet afloopt en zo allerhande gespreksthema’s tegenkomt. Op het moment leest hij Dialogen en ziet plotseling dat Deleuze het boek samen met Parnet schreef (de interviewstem van Parnet wordt in de tekst heel interessant versmolten tot een monoloog waarin Deleuze overigens af en toe een ontzettende hippie blijkt te zijn in hoe hij Dylan goedkeurend citeert en zijn voorliefde voor Kerouac en Castaneda etaleert.)

Ook intrigerend, de entree van Jacques Lacan bij een conferentie in Leuven 1972. Anderhalve minuut die meteen de faam van Lacan als showman waarmaakt dankzij die gekreukelde sigaar en dat overhemd met bijbehorende das. Het gehannes met de microfoon maakt hij daar al meteen een punt? Genoeg, want jezelf dat afvragen is al in het spinnenweb Lacan verstrikt raken. Overigens wel een mooie verstrooide stilte.
Al jaren snuffelt hij heel voorzichtig aan Lacan en vlucht dan snel naar veilige stellingen. Mensen die Lacan prominent gebruiken vertrouwt hij nooit (en mensen die Deleuze naadloos kunnen napraten overigens ook niet…het voelt als een vorm van intimidatie, spierbaldenken.) Laatst bladerde hij toevallig in de bibliotheek door Filip Buekens kritische ontleding van Lacans denken, Proefvlucht in het Luchtledig, en de toon van het boek beviel hem erg, een goed arsenaal om je mee te wapenen. Al klinkt wapenen al te agressief, want er is een positionering van Lacan die hem bevalt: als surrealistische dichter/performance kunstenaar (op een of andere manier blijft het in zijn ogen een essentieel feit dat Lacan samen met Dali, Gide en Breton aanwezig was bij de eerste voordracht van Ulysses.) Dat schept de juiste afstand.

miércoles, noviembre 21, 2007

74. ISBN

Droomstof heeft eindelijk een ISBN toegekend gekregen. Dat betekent natuurlijk dat het boek in elke boekhandel te bestellen is zonder het relatieve gehannes met creditcards of paypal. Maar voor hem is het belangrijkste aspect dat het boek nu richting het Depot van Nederlandse Publicaties van de Koninklijke Bibliotheek gaat. Droomstof is daarmee blijvend deel van het collectieve erfgoed van Nederland. Blijvend tot de mens uitsterft of, wat waarschijnlijk eerder zal gebeuren, het Nederlands verdwijnt.

Ten tweede heeft hij tijdens de Subjectivisten blackout, waar de website door de vriendelijke provider werd “gewist” zijn eigen archief doorgewerkt en een selectie teksten gebundeld tot Toekomstdagen 2002-2007. Vreemd om die teksten als continue entiteit van papier in handen te hebben. Overigens ook als gratis PDF te downloaden (net als Droomstof.)

viernes, noviembre 16, 2007

73. Punctum: tussen boek en vrouwenlichaam



De term punctum, met zijn associaties van prikken, steken, kleine verwondingen, heeft wat hem betreft altijd een erotische lading gehad. Deze foto van Naomi Watts is een perfect voorbeeld, het is niet Watts lichaam dat de aandacht trekt maar de boeken op de bijzettafel (hetzelfde effect wat de foto van Anna Karina hieronder bewerkstelligd.) In die zin wordt punctum iets van een fetisj, de erotiek van het boek in de nabijheid van het vrouwenlichaam (de foto vond hij overigens op een site die gespecialiseerd is in de fetisj vrouwen die poseren met hun handen op hun heupen, intrigerend en ook wel begrijpelijk -echo’s van de moeder die haar autoriteit toont- maar wel uiteindelijk studium, onderdeel van een vaststaand repertoire klassieke fotografische poses. Het punctum van het boek is achteloos.) Maar het mag niet een willekeurig boek zijn. Het punctum smelt weg als het lichaam zich aantrekt tot, zeg maar, Kluun. Boeken over cinema of architectuur, existentialisten, sociologie, Barthes, Dostojevski, Kafka, The Names of Players, de juiste science fiction, alles wat Frans en tussen Baudelaire en Proust in is geschreven, vormen het noodzakelijk persoonlijke aspect van dit punctum.

lunes, noviembre 12, 2007

72. Godard

Nadat hij destijds Masculin féminin: 15 faits précis halverwege had uitgezet leek Jean-Luc Godard een afgesloten hoofdstuk. Een vergissing. De afgelopen weken heeft hij in rap tempo een aantal blinde vlekken uit de gouden periode van Godard opgevuld, waarbij elke film hem zo enthousiasmeert dat hij meteen de volgende opzoekt.



Van Bande à part (1964) naar Le Mépris (1963), gevolgd door Made in U.S.A. (1966) en La Chinoise (1967). Allemaal overvloeiend met ideeën, brutale vondsten, doodlopende wegen. Wat hem, sinds hij als niet vermoedende student Week-End voorgeschoteld kreeg, nog steeds op directe wijze raakt is het speels breken met de “hallucinatie” van film (er is niets charmanter dan Anna Karina die je als kijker even een knipoog geeft), de kleur van de films (het maakt niet uit wat: de geverfde deuren in La Chinoise, de jurken van Karina in Made in U.S.A., Capri in Le Mépris) en het gebruik van tekst.



Het tekstuele (de slogans, de literaire citaten, de neon teksten, de taperecorders die politieke traktaten houden) heeft iets opwindends, een invasie van woorden die blijvend inspirerend is. Het is de kick van het door elkaar schudden van conventies, grenzen zonder angst doorbreken, het inzien van oneindige mogelijkheden die hem ook haast miraculeus geneest van een sluimerend gebrek aan inspiratie. Wijze les: wanneer je de weg kwijt bent, meteen terugkeren naar die briljante poel van ethisch en esthetisch superieure ideeën (1958 – 1969, of baken het naar eigen inzicht af.)

domingo, octubre 28, 2007

71. Hervonden identiteit

Niet al te lang geleden bekroop uit het niets de gedachte “jammer dat mijn oude Yankees jack weg is.” En zowaar kwam zijn moeder onlangs met wat oude spullen aanzetten waar het zomaar uit verscheen. Twintig jaar oud en weer helemaal opgeladen met cool. Tegenwoordig zijn deze jassen zo te krijgen in sportwinkels maar destijds, pre-internet, moest je wel naar Amerika, al had je dan meteen iets unieks in bezit. De jas belichaamd in wezen het einde van zijn nerddom (ook al was zijn kennis van baseball puur otaku), het schonk een soort instant persoonlijkheid.



En het is ook symbool van zijn toenmalige Amerikaanse Droom, een gereedschapskits van fantasie en mythologie die met name sport zo effectief kanaliseert. Al jaren houdt de vraag hem bezig waarom hij over het algemeen een voorkeur heeft voor grote teams als Real Madrid en New York Yankees in plaats voor de underdogs. Dat heeft eigenlijk weinig te maken met “voor de winnaar zijn” en meer met het feit dat zulke clubs beter te verhalen zijn, een voedingsbodem vormen van mythologie. Een bezoek aan Yankee Stadium is een van die plekken binnentreden waar geschiedenis tastbaar wordt, geesten leven. Maar baseball is toch al een sublieme Amerikaanse uitvinding, misschien naast jazz de meest essentiële, zoals iemand observeerde “baseball is waar Amerika het dichtst zoiets als zen benadert.”

Het is fascinerend dat de wedstrijd outfits van de Yankees al decennia lang onveranderd blijven (streepjes thuis, grijs met steeds hetzelfde lettertype New York voor uit), maar een snelle inventarisatie maakt duidelijk dat Starter niet meer deze jassen maakt. Vintage! En als object om te dragen ook een soort perverse draai die, nu Amerika het de laatste jaren verkloot heeft, hem weer uitdaagt eens op zoek te gaan naar de dingen die hem ooit zo verwonderden aan dat land.

domingo, octubre 21, 2007

70. Poster

Terwijl hij The Movies zaal 1 in liep om Control te gaan zien (goede film) liep hij in een flits langs een van de mooiste filmposters ooit. Jules et Jim. Jeanne Moreau op haar best natuurlijk, met die briljante lach. Maar even belangrijk is de vormgeving, die jaren zestig/predigitale esthetiek, de kleuren, het denken in lagen, de moedwillige aanvaring met de realiteit. Obsessie dus.

martes, octubre 16, 2007

69. De opvoeding



Nadat deze zomer de overgangsfase van kabel naar glasvezel hem de uitgelezen kans gaf om de dagelijkse Jetix en Nickelodeon marathon een halt toe te roepen door op kwaadaardige manier de zenders bij terugkeer, die hij ook nog eens een paar weken uitstelde, niet te programmeren, is hij begonnen met een esthetisch tegenoffensief. De avonturen van Het Molletje, Tsjechoslowaakse animatie op zijn best waren al populair en dus zijn de complete werken maar aangeschaft. Daarna is Interstella 5555 op de jonge geesten losgelaten als introductie in de wereld van Japanse animé waarna elke dag “de film van de blauwe mensen” wordt geëist. Tijd voor het grote werk, meester Miyazaki en Sen to Chihiro no kamikakushi (Spirited Away in slecht Nederlands.) Met begeleiding van vaders die ze langs de engste momenten hielp (ouders die in varkens veranderen, heavy shit voor de kindergeest.) Bizarre film, niet eens vanwege de vreemde wezens maar omdat er gewoon geen moraal is aan te wijzen (los van de voor de avontuurlijke Westerling zo verfrissende narratieve kronkels.) In tegenstelling tot de troep van voorheen een kijkervaring die ze is bijgebleven en waar ze dagen later nog op terugkomen.

Vanavond kreeg zijn dagelijkse vertelimprovisatie, de avonturen van Spookje en Vampier, plotseling een nieuw wending. Hij is maar begonnen met het navertellen van Stalker als kindersprookje.

martes, septiembre 25, 2007

68. De Odyssee van House



Een tienjarige zoektocht naar een enkele track is tot een goed einde gebracht. Meerdere pogingen om met behulp van internet het raadsel op te lossen stranden. Maar de nieuwe informatiestromen die hem tot beschikking staan zijn nu te ingrijpend, te krachtig, kunnen wanneer op juiste wijze gecombineerd en aangevuurd door de wil alles zichtbaar maken wat verscholen is, kenbaar wat onbekend is.

Het probleem brengt ons terug naar 1996. Sven Väth draait op zomaar een donderdagnacht in de Chemistry (de semi-foute dansavond in de Escape waar soms de betere techno DJs draaiden.) Sinds die zomer was de MDMA voorraad van Amsterdam om mysterieuze redenen leeg en werd de stad volgepompt met zuivere MDA. Het zwaardere werk. En zo voelde hij op de dansvloer hoe zijn hoofd in een afgrond veranderde en zijn bewustzijn de duisternis in dook. Heel ver weg klonken nog beats. Eenmaal bij positieven begon Väth, destijds in opperste harlekijn modus, aan zijn set. Er klonk een ingetogen minimaal ritme, dat een tijdje doordreinde totdat uit het niets het hele geluidsspectrum explodeerde, stemmen, spiralen van melodieën en scratches. Een schoolvoorbeeld van “un long, immense et raisonné dérèglement de tous les sens." Het beste begin van een DJ-set ooit en een moment dat hem bleef achtervolgen. Hij probeerde met enkele schoten in het duister bij platenzaken wat nieuwe 12-inches uit die waren omschreven als wild en excentriek, maar zonder succes. Nog eenmaal hoort hij de track langskomen aan het einde van een Laurent Garnier set in Paradiso en dan is het verdwenen.

Na tien jaar vindt dan eindelijk de doorbraak plaats. Mixes Db is een als maar groeiende database van DJ-sets en blijkt zowaar goed gesorteerd in sets uit de jaren negentig. Het is een paar dagen downloaden en luisteren naar Garnier sets, zonder succes. Väth bewaart hij voor later aangezien zijn sets minstens vier uur duren maar al tijdens de tweede poging (live @ Rex) is het raak. Eigenlijk herkent hij de track meteen (het is zo anders dat je er niet omheen kan) maar schrikt hij er zo van dat hij rustig nog andere sets doorspit om er zeker van te zijn en de ontdekking te koesteren. In een tweede set komt de track nog beter tot zijn recht en blijkt dat wat hij altijd dacht dat twee tracks waren (een minimaal waarin de maximale werd gemixt) één is.

Het stuk er uit geknipt met Mixmeister, omgezet in een mp3 en gepost op het track ID forum van het altijd al onmisbare Discogs. Een dag later is het antwoord binnen: ‘Spiritcatcher’ van The Mod Wheel (alias van Tom Middleton, wiens Jedi Knights album hij destijds met veel plezier beluisterde.) Via hetzelfde Discogs kan hij de 12-inch zo aanschaffen en dus staat hij nog op de drempel. De beweging compleet maken? En onafwendbaar de gedachte: maakt het bezit, of zelf al de kennis, niet de herinnering kapot? Gedeeltelijk, maar het verlangen om te weten was er al en kon niet meer worden opgeheven, behalve dan door zijn oplossing. Bovendien heeft de zoektocht hem teruggeworpen in House circa 1996, een periode waar hij eigenlijk bijna compleet dreigde over te hellen naar jungle. Onterecht, want dit is bizar goede muziek. Niet beter dan nu (want toen waren er geen ‘Orange Mistake’, ‘Fizheuer Zieheuer’, ‘Doppelwhipper’ of Dumbles Debuts) maar wel intenser, niet zozeer meer druggy maar harder (het is duidelijk nog ecstasy gericht in plaats van de meer door wiet geopende details van minimal), overweldigend in plaats van verleidend.

jueves, septiembre 06, 2007

67. Zidane: Un Portrait Du 21e Siècle



Fascinerende film natuurlijk. Over de lengte van een voetbalwedstrijd de beste voetballer van de laatste vijftien jaar volgen, Warhol had het niet beter kunnen bedenken (al is Zidane veel beter gefilmd dan het Warhol oeuvre.) Een film die je op het witte doek moet zien om volledig opgezogen te worden in het spel van geluid en eenzaamheid. Die bizarre eenzaamheid van Zidane, omringd door 21 andere voetballers, een blinde scheidsrechter (de penalty die Villarreal in de eerste helft krijgt is een grap zoals alleen Spaanse scheidsrechters die kunnen verzinnen) en 80.000 toeschouwers. Hij lijkt een lange tijd verward, zoekende, de bal komt niet zijn kant uit, zijn gezicht vertrekt af en toe alsof hij zich afvraagt wat hij hier ook alweer doet. Heel zachtjes mompelt hij soms “hey, hey”, “aquí, aquí”, meer om zichzelf te overtuigen van zijn bestaan dan om de aandacht van een teamgenoot te trekken. Dan lijkt de wat pretentieuze titel zowaar te kloppen, al vergissen ze zich een eeuw, dan is Zizou een soort Zinedine Sisyphe, een reïncarnatie van die andere grootse Algerijnse existentialist met een voorliefde voor voetbal. Kortom, je kan de hele “moderne man verdwaald” interpretatie er zo op los laten.



Voetbal wordt, nu je over de schouder meekijkt in plaats vanaf de tribune/bank, opeens een vreugdeloos spel. Voor Zidane lijkt het meer een strategische denksport met een belangrijke rol voor de blik en geduld dan iets lichamelijks. Even klinkt op de soundtrack het geluid van voetballende kinderen maar ze lijken een totaal ander spel te spelen. Wanneer hij daadwerkelijk de bal beroert zijn het flitsen, zo snel als de beweging van een samoerai. Korte ingrepen in een traject van de bal. Pas tegen het einde schudt hij zijn zware gemoed van zich af, kan hij even dollen met Roberto Carlos, dwingt hij als een ware empereur de bal compleet tot stilstand door er op te staan, maar die moet blijven rollen daar kan hij zelfs niets aan doen. Dan moet je je afvragen of Zidane een briljante acteur is, die eindelijk bewust wordt van de camera en de climax ensceneert waarbij hij een rode kaart krijgt (in een opstootje lijkt hij een tegenstander een klap te geven, het gaat te snel om te verifiëren.) Totaal onverwacht als je hem daarvoor een hele wedstrijd kalm, emotieloos ziet rondlopen, minder onverwacht gezien zijn rode kaart voor gelijksoortige vergrijpen waarmee hij natuurlijk ook zijn eigen carrière op grootse en tragische wijze beëindigde.

Overigens ook een interessante film voor de Real Madrid watcher. Aan de marges van Zidane’s presentie word je een blik gegund op de terminale fase van de galacticos decadentie. Gisteren overviel hem na de film een gevoel van opluchting: dat nefaste tijdperk is voorbij.

lunes, septiembre 03, 2007

66. Het Moderne Voetbal



Gisteren in de Arena hing een curieus spandoek met de slogan Tegen Het Moderne Voetbal. Hij werd er tijdens de niet bijster goede wedstrijd erg door afgeleid. Wat is er mis met het moderne voetbal? Wat is modern voetbal eigenlijk? En wat betekende dat symbool van die leren knikker naast de tekst? Afijn, uiteindelijk zegt het meer over de gemoedstoestand van de gemiddelde Ajaxfan, een wildersiaanse cocktail van ressentiment, frustratie, ongeduld en foute romantiek. Maar het modernistische voetbal? Dat was gisteren te zien bij Villarreal - Real Madrid (0-5) waar de weergaloze combi Guti - Sneijder een heel elftal in beweging danste. De mooiste wedstrijd die hij in tijden heeft gezien.

jueves, agosto 30, 2007

65. De Cultuur Cluster

Amsterdam is definitief herrezen! Behalve Ajax dan natuurlijk. Gisteren bezocht hij voor het eerst de nieuwe bibliotheek. Inmiddels zo vaak geprezen dat hij alleen hoeft te concluderen dat het allemaal waar is. Een briljant gebouw. Je hoeft de boeken bij wijze van spreken niet meer te lenen met de banken en stoelen die ze daar hebben neergezet. Je hoeft eigenlijk met de openingstijden van 10:00 – 22:00 alleen nog maar naar huis om te slapen. Prachtige tijdschrift afdeling ook, ruim opgezet, met fijne tafels en designerstoelen waarin je heerlijk door L’Uomo Vogue (met artikel over Daft Punk wier leren pakken blijkbaar exclusief door Dior zijn gemaakt en er komt een Prada aftershave aan), i-D of The Wire kan bladeren (het is meteen de herontdekking van het tijdschrift.) En het mooie is dat het de zoveelste treffer is een reeks van gebouwen die in een cluster liggen: Het Bimhuis, Club 11 en daaronder het Stedelijk CS. Het laatste kom je altijd minstens een interessant kunstwerk tegen. Vandaag dus deze geniale Boeddha die zichzelf op televisie bekijkt.



Dit alles 5-10 minuten fietsen vanaf zijn voordeur (de windrichting blijft immers een factor.) Lang leve Mokum!

martes, agosto 28, 2007

64. Antonio Puerta dood



Nieuws dat hard aankwam. 22 jaar. Zaterdag kreeg Puerta een hartstilstand op het veld en naar het schijnt nog een paar in de kleedkamer en richting het ziekenhuis. Een elegante voetballer die hij ooit in het wit (het andere wit) verwachtte te zien spelen. Puerta zou vader worden. En daar kan zijn gebruikelijk Zen of "wat is de vonk van een mensenleven in het licht van de sterren" relativering zelfs niet tegen op.

miércoles, agosto 22, 2007

63. Real Madrid 2007-2008


Met het gevaar dat het nog geen 31 augustus is en dus na de derby tegen Los Indios met een negatief resultaat nog genoeg tijd en blijkbaar geld is voor paniekaankopen (edit: en zo geschiedde voordat zaterdag was aangebroken :), denkt hij dat dit een goede mix is van solide scheenbeenterroristen en esthetici om een vierde plaats te bewerkstelligen achter Barça, Sevilla en Valencia, waarna volgend seizoen een ingespeelde machine glorieus kampioen wordt:

......................................Casillas.........................................

Cicinho Ramos...........Metzelder..............Pepe..............Heinze............

.............................Gago.............Diarra................................

........................................Guti...........................................

......................................Sneijder.........................................

.............................Higuaín..........Van Nistelrooij........................



(en wat een fijne bank met Robinho, Robben, Drenthe, Baptista, Saviola en Cannavaro...Raul ergens vastgebonden aan een paal buiten het stadion.)

Laatste opmerking: lelijk thuisshirt. Zeer geslaagd uittenue.

viernes, agosto 03, 2007

62. Welverdiende Rust en Hervonden Inspiratie



En toch weer dat gevoel van weerstand bij terugkeer, alsof allerlei netwerken klaar staan om hem op te nemen. Een overweldigende reeks (digitale) woorden en muziek die hij eigenlijk niet meer wil opnemen. De afgelopen weken vormden immers een terugkeer naar de eenvoud van het lezen en een hervinden van echte inspiratie, afgewisseld met lange boswandelingen en afgewerkt met de geneugten van de franse gastronomie. Alsace (technisch gezien eigenlijk Vogese) is natuurlijk een vreemd Duitsland-in-Frankrijk en zoals profeten uit de woestijn terugkeerden daalt hij als een soort herboren Nietzsche/Heidegger/Derrida discipel neer in de polder (is het trouwens niet zo dat Heideggers boswandelingen veel meer zeggen dan dat hele Sein und Zeit, veel meer filosofische praktijk herbergen?) Hij wil in wezen niets anders meer dan boeken lezen, heel af en toe afgewisseld met wat tekstproductie en een paar glazen Sylvaner of Muscat.



Dit was ook de vakantie waarin de autorijder in hem werd geboren, wegens ziekte van J. moest hij bijna de hele weg terug rijden maar daarvoor had hij al de autopie mogen proeven die zich bevindt tussen Luik en Luxemburg. Totale Autobahn trance, de Golf tevreden brommend, daar waar geen vrachtwagen durft te rijden (autopie ook omdat er geen autoriteit lijkt te bestaan, de snelweg als werkende anarchie.) Aan de andere kant het besef dat het in Franse stijl racen over glooiende wegen naar de lokale hypermarché hem allang geleden was geleerd in Outrun. Het enige moment ook dat hij naar muziek luisterde (de onvolprezen en zeer luidruchtige Essential Mix van Justice, de rest van de vakantie behoorde toe aan de zeer vreemde introductie tot de beginselen van de filosofie: Bert & Ernie gaan op reis.)

Gelezen:
J.G. Ballard - Low Flying Aircraft. En nog een Ballard verhalenbundel dit keer uit die vreemde periode tussen High-Rise (1975) en het immer ondergewaardeerde The Unlimited Dream Company (1979). Zitten een paar klassiekers tussen zoals ‘The Ultimate City’ en ‘The Dead Astronaut’.

Robert Silverberg - Roma Eterna. Een van de betere alternate histories die hij heeft gelezen na Man In The High Castle en The Years of Rice and Salt. Hier blijkt in de het eerste hoofdstuk dat Mozes de Rode Zee nooit heeft kunnen doorkruizen, ergo geen Christendom en Rome blijft vrolijk tot het heden bestaan. Silverberg is altijd dol geweest op Rome en toch heeft hij oog voor de (gewelddadige) schaduwkanten een eeuwig Rome. Geen vrolijk boek en met een fantastisch eindverhaal over een tweede (astro)messias.

Stanisław Lem – A Perfect Vaccum. Achtergrond voor een stuk over Lem dat volgende week af moet zijn. Dit is zijn verzameling recensies van boeken die nog geschreven moeten worden. Hilarisch idee natuurlijk, al zijn het soms wel heel erg samenvattende recensies. Openingsrecensie van The Perfect Vacuum zelf waarin Lem vrolijk het boek dat je vasthoudt afkraakt blijft onovertroffen.

Jacques Derrida - Positions. Ah dit zocht hij al jaren! Een tekst waarin Derrida (relatief) helder zijn vroege werk in zijn eerste drie interviews beschrijft, plaatst, uitlegt en verdedigt. Spannend en secuur denkwerk, alhoewel hij soms tijdens het derde interview dacht “man, zeg nou gewoon dat Lenin en dialectisch materialisme je gewoon geen reet kunnen schelen!” In een lange voetnoot bij dat derde interview ook een fascinerende kritiek op Lacan.



Meegenomen:
- Pot ganzenvet (moet nog even bij Bas checken waarom dit ook alweer essentieel was, maar hij herinnerde zich in elk geval dat het in Nederland niet te krijgen was.)
- Hele grote pot Choucrout d’Alsace (je kan in elke regio geniale weckpotten krijgen met de lokale trots, hier dus zuurkool zoals het bedoeld is.)
- En natuurlijk een pot Bonne Maman Confiture Châtaigues en een hem tot nu toe onbekende variant: de Confiture Rhubarbe.

Eén E.Leclerc supermarkt in Nederland, is dat echt het onmogelijke vragen?

viernes, julio 13, 2007

61. Snelweg naar de Zon



“The determination of the exiles never to return to their offices and factories was underpinned by a new philosophy of leisure and a sense of what constituted a worthwhile life. The logic of the annual beach holiday, which had sustained Europe since the Second World War, had merely been taken to its conclusion. Crime and delinquency were non-existent and the social and racial tolerance of those reclining in adjacent poolside chairs was virtually infinite.”

J.G. Ballard – The Largest Theme Park In The World

jueves, julio 05, 2007

60. Daft Punk Live

Op eenzame hoogte de popgroep van de 21ste eeuw. Want types als Beyonce en Timberlake opereren uiteindelijk nog in het Michael Jackson episteme, afhankelijk als ze zijn van de pijlers charisma en dans. Daft Punk is uniek en radicaal, de avant-garde die, hoe hard ze zichzelf ook soms probeert tegen te werken, pop is (zie Sex Pistols maar dan grootser.) Ze opereren in een vreemd gebied tussen futurisme en nostalgie, soms kan hij er niet bij dat mensen onder de dertig er iets van begrijpen (of ten minste de hele ervaring met verwijzingen naar vectorgames, Tron, Knight Rider, Battlestar Galactica, etc.) Aan de andere kant is Daft Punk een bewijs dat de vreugde van muziek, en ‘One More Time’ is in elke vibratie, elke toon, pure viering van Zijn, losgekoppeld kan worden van charisma/persoonlijkheid. Het blijft verbazingwekkend dat ze al tien jaar consequent gezichtloos zijn, het spel spelen volgens de meest radicale leer van underground techno.

Daft Punk in 2007 is natuurlijk een andere groep dan toen hij ze voor het eerst zag spelen in 1998 op New Frontier. Daar waren ze een van de vele acts (naast onder andere Grooverider, Innerzone Orchestra, Kevin Saunderson, Mixmaster Morris, Atari Teenage Riot) op wat achteraf bezien het hoogtepunt van het Nederlandse housefestival is geweest, voordat commercialisering en surveillance toesloegen in combinatie met een wakker geworden drankindustrie. Daft Punk nu is een spektakel. Een toekomstdroom die Kraftwerk en Black Sabbath ergens in 1975 samen hebben verzonnen. Ergens, bedacht hij gisteren, zal er toch in de jaren zestig een science fiction schrijver (Dick? Aldiss? Spinrad?) zijn geweest die dit moeten hebben voorzien?



Vooraf had hij in ieder geval ambivalente gevoelens over een concert op deze schaal. De stadionconcerten die hij in een ver verleden zag (Rolling Stones, Pink Floyd, Bowie, Iron Maiden) waren stuk voor stuk spectaculair maar lieten hem ook uiteindelijk koud. In tegenstelling tot Daft Punk die comfortabel gezien vanaf de tribune net boven het publiek zoiets presenteerde als de ultieme televisie ervaring zonder televisie. Een anderhalf uur durende orgie van licht en geluid zonder wezenlijk narratief, gezicht, boodschap of moraal (alles wat televisie zo godvergeten saai en voorspelbaar maakt.) Dat hij zoiets als “de lichtshow” prijst klinkt als woorden uit het verleden (zeker na Baudrillards verveling tijdens de “meedogenloze techniciteit” van een Stevie Wonder concert in 1984) en het is dan ook lastig uit te leggen waarom Daft Punk wel weten te hypnotiseren. Misschien omdat uit hun, op het eerste gezicht, eenvoudige opstelling zoveel variaties worden getoverd, de magie in kleine vondsten en gebaren is verborgen? Dat tegen het einde hun robotpakken alleen nog maar zichtbaar zijn als oplichtende lijnen is zo’n eenvoudig idee maar weet hem te verwonderen alsof hij een klein kind is.

De muziek? Een glorieuze megamix van hun oeuvre waar het over het algemeen verkeerd begrepen Human After All naadloos in verdwijnt en zelfs pas echt tot zijn recht komt, de riffs zijn immers gemaakt om loeihard de massa te geselen, de vuisten omhoog te dwingen. Aan de andere kant is het de ultieme uiting van KLFs stadion house, house die het hyperreële bereikt en dat is een unieke, ongrijpbare extase. Hun stoïcijnse houding laten ze uiteindelijk ook varen, daarin blijken ze dan toch al te menselijk en ligt meteen het bewijs dat er geen acteurs achter de helmen zijn verscholen (de laatste Warhol/Philip K. Dick stap die ze zouden moeten maken om compleet te radicaliseren is natuurlijk om op hetzelfde tijdstip op verschillende plekken een concert te geven.) En dat is ook goed, er spreekt plezier uit en ook een bepaalde nerdachtige cool wanneer ze afscheid nemen door langzaam hun rug naar het publiek toe te keren zodat op hun rug de Daft Punk logo’s rood oplichten.

domingo, julio 01, 2007

59. Borg



Gisteren zowaar iets interessants op televisie en daar was een regenpauze op Wimbledon voor nodig. Mooi portret van Björn Borg vol weemoedige jaren zeventig beelden. Hij realiseerde zich dat Borg, eigenlijk nog voor bepaalde voetballers, de eerste sporter was waar hij zich zoiets als fan van noemde. Hij bezat een cool die je intuïtief begreep als jongetje, ver voordat je zoiets als de fascinatie van pop ging inzien. Die lange haren, baard, zweetbandjes en gestreepte shirts in combinatie met introversie, het door de knieën gaan bij een overwinning en heel goed kunnen tennissen maken iemand tot een icoon.

Beelden die hem doen realiseren hoe anders sport was. Een cruciale overgangsfase naar totale professionaliteit, sport als entertainment en markt waar Borg zelf een sleutelrol in speelde met zijn Fila kleding (Borg is een typisch geval van de hippie kapitalist.) Wimbledon finales hadden het gewicht van een evenement, eindeloze zondagmiddagen van mythische strijd, met name als McEnroe ten tonele verschijnt (die hij in tegenstelling tot de meeste van zijn vrienden verafschuwde, met zijn onsympathieke huilhoofd en lelijke service.) Essentiële keuzes van het leven.

Tennis was, vergeleken met nu, bijna een andere sport. Een vreemd mengsel tussen schaken en marathon lopen. En dat, realiseerde hij zich weer, maakt van tennissers zulke vreemde wezens, hun bewustzijn is in sport uniek. Hun eenzaamheid is haast een filosofische queeste, kunnen ze niet uitdoven door de meditatie van duursporten, is niet te ondervangen door teamgenoten, bezit bijna meer overeenkomsten met de schrijver (vandaar David Foster Wallace?) Borg moet hebben aangevoeld dat er een verandering aan kwam zetten die hem, de stilist, zou wegvagen en stopte voortijdig. De vervanging van de houten rackets was een drama voor de sport. Niets saaier dan het krachttennis dat sindsdien is geperfectioneerd, een onmenselijke wedkamp tussen robots waarin de spanning is te vinden in de vraag welke machine het eerst begint te haperen.

domingo, junio 17, 2007

58. De Comeback en de tranen van Casillas

En dan is het nu tijd voor een Spaans avant-gardistisch gedicht:

Catalufos, cabrones.
Saluda a los campeones!



Uit totaal verloren positie, verloren in een doolhof van dramatisch voetbal toch op de laatste speeldag kampioen worden. Met misschien geen briljant voetbal (zelfs vandaag tegen Mallorca was het een uur lang om te grienen zo slecht), maar wilskracht van een elftal heeft ook iets moois. Al mist hij het aristocratische voetbal van Real Madrid onder leiding van Redondo circa 2000, lange aanvallen vol kleine combinaties, hakjes, lobjes waarbij het scoren tot bijzaak werd gemaakt.

Waarom is dit gebeurd? Allereerst werd in januari de tumor Ronaldo verwijderd uit Madrid, met zijn verwende desinteresse heeft hij jarenlang Real zitten tegenwerken. Beckham, een ongekend populaire speler werd uit de selectie verwijderd en keerde terug om beter dan ooit te gaan spelen. Er werd een proces van verjonging ingezet. Dan was er het trauma van München wat uiteindelijk louterend heeft gewerkt. Een paar dagen later in Bronx Nou, als Rocky tegen de touwen, was er opeens het besef dat ze konden voetballen en sindsdien hebben ze niet meer teruggekeken. Met miraculeuze ontsnappingen, comebacks in comebacks, kleine veldslagen.



Vandaag tegen Mallorca was weer afzien en toch was de jouissance vorige week tegen Zaragoza groter, te vergelijken met Zidane’s doelpunt in de finale, Redono’s actie tegen Manchester, de goal van Mijatovic in de Arena. Die 18 seconden waarin er hoop was, het scherm splitscreen ging en in Barcelona ook een gelijkmaker viel…dat zijn momenten die blijven vibreren, een te plotse omslag van droevig cynisme naar euforie.

Sevilla had hij de titel gegund, maar zij wilden hem uiteindelijk niet. De helft van de blijdschap zit hem echter in het lachen om de Barça aanhangers, fans van de meest vervelende club die er bestaat. De hybris van siete titulos die wel even gewonnen zouden worden. Met Laporta die steeds verder de club politiseert met de steun voor L’Estatut, het kinderachtige Catalaanse vlaggetje in nek van het shirt en het vermoeden, wat zelfs verstokte Barçafans irriteert, dat een middelmatige speler als Oleguer moet spelen vanwege zijn nationalistische sympathieën. En dan hebben we het nog niet over de schandalige buitenspeldoelpunten, spookpenalties en het goedgekeurde volleybaldoelpunt van de dribbelsmurf tegen Espanyol. Het gevoel boven de wet te staan (de nare poging om de meer dan terechte rode kaart van Ronaldinho tegen Getafe kwijt te schelden.)

Het mislukte vandaag toch weer bijna (zeker na de vroege blessure van Van Nistelrooy zag hij het niet meer zitten), een microkosmos van het seizoen, waarin de club uit een lange schaduw verschijnt en wordt wedergeboren. Hoeveel er ook nog moet veranderen in dit zooitje ongeregeld. Ironisch genoeg gaat Barça ten onder aan dezelfde Galacticos decadentie die Real de afgelopen jaren heeft vergiftigd. Eens kijken wat de zomer aan veranderingen brengt want volgend jaar moet er veel beter gevoetbald worden.

Kortom waar Ajax van droomt maar op knullige wijze verspeelt doet Real Madrid “gewoon” omdat het de grootste, de mooiste, de edelste, de meest knotsgekke club ter wereld is. Met de meest lieve speler die er bestaat: Iker Casillas, die zijn tranen niet kon bedwingen toen Real op voorsprong kwam, een eeuwig jongetje en daardoor ook ongewoon mengsel van speler en fan.

martes, junio 05, 2007

57. OORs Top-100 Aller Tijden

Je kan het een stom ritueel vinden. Het tijdschrift een artefact uit vergane tijden. En het verbod op compilaties rockistische onzin. Toch kon hij moeilijk een gevoel van trots onderdrukken toen hij werd gevraagd om een persoonlijke tien favoriete albums aan te leveren voor OORs eerste Top-100 Aller Tijden in twintig jaar. Dat het twintig jaar heeft geduurd voordat er een nieuwe lijst werd gemaakt geeft het hele gebeuren zijn kracht, het is een evenement. Hij weet nog heel goed dat hij die OOR in 1987 kocht en de lijst heeft uitgeplozen op zoek naar interessante “nieuwe” platen. Als hij in 1987 had gehoord dat hij twintig jaar later aan die lijst mocht meedoen had hij zichzelf vast en zeker cool gevonden (zich vervolgens wel afvragend waarom er geen Jean-Michel Jarre en Pink Floyd meer in zijn lijst staan.)

De lijst heeft hij snel in elkaar gezet, want hij voelde al snel een vervelende waanzin opkomen toen er steeds meer kandidaten opdoemden. Een paar onontkoombare keuzes, misschien een enkele ideologische keuze, geen enkele strategische. Redelijk netjes over de genres en decennia verdeeld (met typisch genoeg zeven platen die hij in de periode 1991-1994 aanschafte, waarschijnlijk de tijd dat hij op meest intense wijze muziek beleefde.) Aldus sprak OMC:

01 Miles Davis – Bitches Brew (1969)
02 My Bloody Valentine – Loveless (1991)
03 Kraftwerk – Trans Europe Express (1977)
04 Tim Buckley – Starsailor (1971)
05 Augustus Pablo – King Tubby Meets Rockers Uptown (1977)
06 Sonic Youth – Daydream Nation (1988)
07 Kate Bush – Hounds Of Love (1985)
08 Underground Resistance – Revolution For Change (1992)
09 The Orb – Adventures Beyond The Ultraworld (1991)
10 Daft Punk – Discovery (2001)

(En allemaal overwogen maar met pijn in het hart laten vallen: Public Enemy - Fear Of A Black Planet, Slayer - Reign In Blood, Rolling Stones - Let It Bleed, Patti Smith - Radio Ethiopia, David Bowie – “Heroes”, Primal Scream - Screamadalica, The Doors - Strange Days, Talk Talk - Laughing Stock, GZA - Liquid Swords, Luomo - The Present Lover, Can - Future Days, Beastie Boys - Paul’s Boutique, Royal Trux - Cats & Dogs, Fleetwood Mac - Tusk, Aphex Twin - Selected Ambient Works 85-92 en Goldie - Timeless.)

viernes, junio 01, 2007

56. The Blackout (1997)

Abel Ferrara heeft twee perfecte films gemaakt: Bad Lieutenant en The Addiction. Twee erg goede: Angel of Vengeance en King of New York. En twee films die niet compleet geslaagd zijn maar vol intrigerende schatten zitten. Dat zijn New Rose Hotel en The Blackout. Die laatste pikte hij voor anderhalf euro uit een hopeloze bak DVDs bij De Blokker. En zo staan ze broederlijk naast elkaar, zoals het hoort: The Addiction en The Blackout. Een fascinerende combinatie van motieven, thema’s en tegenstellingen. Alleen The Addiction is strak en foutloos, een gesloten constructie. Aan de andere kant is het de losheid die The Blackout zijn vreemde charme geeft. De plot van identiteitvesmelting en obsessie heeft hij nooit erg interessant gevonden omdat het vergeleken met andere films een platte variant is. Wat The Blackout goed maakt is de wereld die hij neer zet, Miami als decadente wereld die je achteloos in en uit loopt. De mise en scène is uitstekend, waarschijnlijk nooit beter geweest in een Ferrara. En daarmee creëert hij een klimaat waarin geacteerd kan worden, op de rand. Dennis Hopper voelt zich dus meteen als een vis in het water maar het zijn vooral Modine en Dalle die het beste uit zichzelf halen. Het genot van improvisatie is tastbaar wanneer beide knallende ruzie krijgen, Modine sadistisch trekjes Dalle doen terugvallen in een explosie van woedend Frans (je kan op die momenten Ferrara haast tevreden achter de camera zien grijzen.)



En The Blackout is een mooie film over drugs. Niet zozeer over drugs als betekenis maar als praktijk. Het magnetisme van drugs, de belofte steeds ingelost. Hier is Modine briljant. Kleine gebaren ook, het moment dat hij na al flink wat inname in een groezelige gang een grote, hele kalme neger tegenkomt en in een klein jongetje veranderd zodat hij een trek van zijn crackpijp mag hebben (en in droge Ferrara stijl ook krijgt, waarna de film letterlijk implodeert.) Met een satanische nieuwsgierigheid filmt Ferrara Modine’s AA meeting, geen andere filmer zal die verandering de onderhuidse betekenis geven van een vals bewustzijn. Dat geeft hem later de ruimte om Modine op sublieme wijze te laten terugvallen. Geen grote strijd, maar de plotse blik op de flesjes in de minibar, een stille beslissing en op het moment dat het lichaam terugkeert naar de verslaving zie je transformatie naar een spannende blijdschap. Dat Matty er uiteindelijk aan onderdoor gaat doet er dan niet meer toe, in Ferrara’s wereldbeeld ben je al van tevoren verdoemd, maakt niet uit hoeveel drugs je gebruikt.

jueves, mayo 24, 2007

55. Bam...1-0




Zo maar wat voetbalnostalgie. Hij kan deze wedstrijd nog precies voor de geest halen. Niet de wedstrijd zelf maar de ervaring van de wedstrijd die in 1982 niet live werd uitgezonden. Een zonovergoten lentedag en hij voetbalde voor de flat op de weidse grasvelden met wat vrienden. De zus van een van zijn vrienden luisterde binnen naar de radio en kwam af en toe over het balkon de tussenstand door geven.Vooraf hadden ze hem geknepen, want als Ajax deze wedstrijd zou winnen kon het kampioenschap niet meer ontsnappen (een soort miraculeuze comeback nadat Cruijff in december was teruggekeerd en weer met briljante passjes begon te strooien.) Ah, die onvergetelijke blijdschap na de bevrijdende 1-0 die oversloeg in hilariteit toen de score uitliep naar 3-0. Lerby’s finest hour. Mooi, onderschat elftal overigens dat verfijnd/loom technisch voetbal speelde met Jesper Olsen, La Ling, Jansen, Molenaar, Rijkaard, Vanenburg en af en toe al Van Basten. En met de Gabri van die tijd Dick Schoenaker (die alleen een beter schot had en dus regelmatig scoorde…in deze wedstrijd de 3-0.) Dat shirt is ook nooit mooier geweest. En toch dat rare sfeertje van verval, misschien door het Olympisch Stadion, misschien door bredere bewegingen, niet alleen Amsterdam in 1982 of voetbal in die periode maar het hele gevoel van overgang naar iets anders, nog onbestemd.

De 2-1 van Keje Molenaar in de kampioenswedstrijd een maand later tegen AZ'67 doet hem afvragen: waarom wordt er niet meer zo geschoten? Technisch gezien is het niet bijster lastig. Dus een mentale kwestie. De afwezigheid van een bepaalde brutaliteit...vrijheid? Vrijheid om te denken "ik ga deze bal eens lekker in het doel rossen!"

miércoles, mayo 09, 2007

54. Zes Dagen Spanje

Madrid begint ‘s nachts vanaf El Escorial verdacht veel op Los Angeles te lijken nu vier torens in aanbouw een respectabele hoogte krijgen.

De geur van de Spaanse natuur. Een mengsel van dennen en steen. Aan de andere kant een bos dat door het onkarakteristieke weer van de laatste maanden felgroen is. Daar tussen enorme keien die soms op natuurlijke wijze ingenieus gestapeld zijn. De geur confronteert hem met jeugdige gangen naar rivieren, bergmeren. De keien bezitten een tastbaar soort eeuwigheid. Ouder dan de mensheid, zoals ze de mens met gemak zullen overleven. In Spanje bevind je je trouwens steeds in een relatie met een bepaalde ouderdom, een versleten landschap, een langere reeks van genen en woorden, meer bejaarden in het straatbeeld.



De mystiek van het auto-ongeluk. Er waren weer wat vrije dagen (1 mei is heel terecht een feestdag terwijl pleinen en straten door heel Spanje zijn vernoemd naar zijn verjaardag omdat Napoleon een eeuw eerder op zijn lazer kreeg) dus dan vallen er weer een reeks verkeersdoden. Blijft hem toch fascineren hoe droog dat op journaals in beeld wordt gebracht. Volkomen uit elkaar gereten auto’s, wrakstukken van zo’n formaat dat er weinig fantasie voor nodig is om te concluderen dat de inzittende morsdood zijn en met deze keer als summum het inzoomen op een plastic kinderspeelgoedje tussen het zwartgeblakerde metaal. Dat vertoon van de snelheidsdood heeft hem altijd verbaasd, moet iets wezenlijks over de Spaanse psyche zeggen.

Nu ook fascineerde het hem hoe goed Spanjaarden hun ideeën kunnen verbaliseren. Natuurlijke sprekers. Een web van woorden zonder een greintje onzin, zonder terugkerende “uh”. Vreemd omdat hij zelf merkt dat de taal uitnodigt tot sneller praten. Zou er zoiets zijn als een gradatie van efficiëntie die talen van elkaar onderscheidt?

Real Madrid wint met 1-4 in La Catedral. Verbazing en blijdschap van wege het resultaat en de vertoonde teamgeest maar tegelijkertijd vervult de neergang van het ooit zo trotse Baskische voetbalbolwerk hem met een gevoel van melancholie. Athletic Bilbao als Spaanse variant van Saint-Etienne en Borussia Mönchengladbach.

miércoles, abril 25, 2007

53. I’ve Seen That Face Before.

Een van de mooiste liedjes die hij kent. Maar los daarvan…terwijl hij vanmiddag zijn dochters op de fiets hijst ziet hij een vrouw voorbij fietsen en pas als hij wegfietst beseft hij dat zij weet dat hij weet dat ze elkaar kennen. Het laat hem daarna niet meer los omdat hij geen idee heeft wie ze is. Hij weet dat ze vroeger geen gitzwart haar had, hij weet dat ze hem op een of andere manier perfect begreep, dat hij zich bij haar op zijn gemak voelde, zonder lust, een in en in goed mens. Dat weet hij. En toch is de rest een blinde vlek, de context is verdwenen. Wat, als hij haar zo terughaalt in zijn gedachten, vreemd is. Zou zij immers niet een onvergetelijke persoon moeten zijn? Het is van een andere orde dat een vergeten titel, melodie of naam.

En dat vreet aan hem. Want wat zijn de opties? Waanzin. Zijn leven is een illusie en zij breekt er als uit een alternatieve realiteit, een parallel leven, doorheen. Een fijn gegeven voor in zijn favoriete sciencefiction verhalen (zie Philip K. Dicks beruchte visioenen voorafgaand aan Valis die veroorzaakt worden door het bezoek van een onbekend zwartharig meisje) maar hij weet dat zijn gedachten ordelijk en overzichtelijk zijn, ten minste tot een bepaalde horizon…en als het daarachter niet klopt dan maakt het toch allemaal niet uit.

Ouderdom. Zijn geheugen, voorheen betrouwbaar, begint hem in de steek te laten. Als laatste: verdringing. Dan nog blijft de vraag over: waarom verdringing? Het lijkt de sleutelvraag die hem in ieder geval een zekere plaatsing schenkt. Hij moet haar kortstondig hebben gekend in een hectische periode waar hij in zijn algemeenheid niet graag meer aan terugdenkt. En toch blijft het een hypothese, brengt het haar niet scherper in beeld. De alternatieve hypothese plaatst haar veel verder terug in de tijd, maar dat is pure speculatie. Hoogste tijd om het droomwerk in te zetten, want een even vreemde gewaarwording is dat hij al peinzende duidelijk de behoefte voelt om dit probleem, haar gezicht (dat nu alweer vervaagt), zijn geschiedenis: te googlen.

lunes, abril 09, 2007

52. Against The Day

Against The Day is uit. 1085 fenomenale pagina’s die hij zo weer zou willen lezen. Met gemak het beste boek dat hij heeft gelezen sinds Underworld, een magistraal boek-als-caleidoscoop dat krioelt met ideeën, grappen, verrassingen en wonderlijke zinnen. Maar, en dat is een altijd onderschatte kwaliteit van Pynchon-de-geniale-taalgoochelaar geweest, het is ook een uitermate ontroerend boek. Na een paar pagina’s is al duidelijk dat Against The Day een melancholische ervaring zal worden, dat de vrolijke explosie van vertrouwen die de Wereldtentoonstelling van Chicago genereert niet eeuwig zal duren. Twee soorten melancholie: een inhoudelijke, de situering in een fin de siècle/pre-WOI wereld vol mogelijkheden, alternatieven en mysterieën. Een meer structurele, de leeservaring van “de pil” die je eigenlijk niet wil uitlezen/altijd door wil laten gaan omdat je in die wereld bent gaan ademen, gehecht bent geraakt aan personages.



Er doen al veel interpretaties van de titel de ronde, die op allerlei manieren door Pynchon in de tekst worden uitgebuit maar het is ook als boek zelf against the day, als “tegen de tijdsgeest in”. Het voelt bijna als een artefact uit een voorbije tijd en tegelijkertijd het enige boek dat er toe doet, dat hem nog harder doet hoofdschudden als hij in kranten de hopeloze “concurrentie” bekijkt. Bovendien is het een directe toevoeging aan het sciencefictioncanon, al zal daar binnen het wereldje zelf ongetwijfeld anders over worden nagedacht (zelfs bij New Worlds waarin Pynchon in de jaren zestig het korte verhaal 'Entropy' publiceerde werd hij vol afgunst bekeken. En hoe verrassend dan om die altijd onvoorspelbare Michael Moorcock een juichende recensie te zien schrijven: "...and you wonder if you aren't reading the smartest stoner in the universe." Ha!)



Ondanks bovenstaande woorden, of de subtiliteit waarmee Pynchon bijvoorbeeld in een korte alinea het opkomende Italiaanse fascisme indirect en poëtisch en vanuit een individuele obsessie weet te omschrijven, is het niet eens een boek dat hij iedereen zal aanraden. De Pynchonistas, de stoners, de anarchisten, de bewoners van de Dagdroom Natie. Ja, die zijn ongetwijfeld al bezig. Against The Day is geen verplichting (altijd uitkijken wanneer je dat gevoel krijgt opgedrongen)…het moet jou uitzoeken. En dan dien je het met zoiets als een schoon hart, een blik zonder angst, te benaderen. Een langzame omhelzing van tekst zal je prijs zijn.

martes, abril 03, 2007

51. Schrijven is vet cool


Had wat hem betreft de titel mogen zijn van de interviewbundel Conversations With Don DeLillo (University Press of Mississippi.) Met name zijn eerste interview met een speciaal naar Griekenland afgereisde Tom LeClair uit 1982 (toen DeLillo al zes boeken had geschreven) zal hij menigmaal herlezen, gebruiken als een soort influistering van moed mocht hij de weg kwijt raken. Alles wat je nodig hebt als schrijver is er in terug te vinden. Meer is niet nodig, ketent je, vervreemd je.

“I think after a while a writer can begin to know himself through his language. He sees someone or something reflected back at him from these constructions. Over the years it’s possible for a writer to shape himself as a human being through the language he uses. I think written language, fiction, goes that deep.”

“Wittgenstein is the language of outer space, a very precise race of people.”

Een mooie uit een later interview:
“But when I think of my work out in the world, written and published, I like to imagine it’s being read by some stranger somewhere who doesn’t have anyone around him to talk to about books and writing—maybe a would-be writer, maybe a little lonely, who depends on a certain kind of writing to make him feel more comfortable in the world.”

En heel veel heel precieze observaties over zijn boeken waardoor hij zin krijgt om ze allemaal met hernieuwde blik te herlezen. In 1988 over Libra:
“It seems to me, finally, that what this book is about is history and dreams. Dreams meaning all those forces in our lives that are outside history.”

domingo, marzo 18, 2007

50. Einde/Begin Cyclus





af·straf·fen (ov.ww.)
1 (iem.) de nodige straf toedienen
2 profiteren van een fout van de tegenstander
3 PSV – Ajax 1-5

(Ongelofelijk eigenlijk dat het pas de derde keer is dat hij bewust een overwinning in Eindhoven meemaakt. Maar, het moet gezegd worden, dan zijn het ook kunstwerken.)

domingo, marzo 11, 2007

49. Barça – Real



De wedstrijd in Nou Camp is nooit prettig en toch gaat hij er als gehypnotiseerd meestal naar toe. Een soort masochistisch ritueel. Gisteren dus niet, omdat Real Madrid zijn eeuwige rivaal onder controle heeft, en toch op het laatst weer wel, omdat in de laatste minuut een zekere overwinning uit handen wordt gegeven. Maar voetbal is niet eens het plezier van gisteren (sowieso is voetbal plezierloos aan het worden), het plezier is van taal. Want er is geen betere voetbal ervaring dan die van het live verslag op de Spaanse radio. Hier geen gortdroge en valse hang naar objectiviteit zoals geperfectioneerd in Nederland (sinds de dood van Theo Koomen) met de commentator als eenling die namen opdreunt. Nee, hier een kakofonie van stemmen. Minsten vijf sprekers. Een evenement met als achtergrond de wedstrijd. Langlopende discussies worden opgepikt, sigaretten hoorbaar opgestoken, reclame voor whiskey bijna naadloos door het narratief geweven, spelers in lange tirades afgekraakt totdat er opgewonden “Ojo! Ojo!” wordt geroepen omdat er gevaar dreigt. Dan wordt minutenlang het spel genegeerd voor nieuwe discussies. En er is humor, sarcastische afrekeningen, juichende terechtwijzingen, wanneer iemand teveel onzin praat mag hij zelfs afgefloten worden (en ja, daar is een speciale jingle voor.) Dit alles in een zwaar klimaat van ironie omdat het seizoen van Real Madrid een catastrofe is. Een gezellige chaos die zoiets als de Spaanse psyche karakteriseert (hij heeft totaal niets tegen Catalanen maar ze hebben in ieder geval wat betreft voetbal geen enkele humor, worden gedreven door een verbittering en zelfhaat die alleen maar erger worden gemaakt door de steken van typisch Madrileense ironie.)

miércoles, marzo 07, 2007

48. Ook de coole denker sterft uiteindelijk

Raoul Vaneigem ongetwijfeld goedkeurend geciteerd In L’échange symbolique et la mort (1976):

“We sterven niet omdat we moeten, we sterven omdat het een gewoonte is, waaraan op een gegeven moment, niet al te lang geleden, onze gedachten zijn gebonden.”



Toch wel verrassend dat ook Baudrillard dood kon (al is het gezien zijn leeftijd, 77, en sigarettenconsumptie niet heel opzienbarend.) Hij had iets eeuwig jongs maar dat is hoe de jeugdigheid, de cool, van iemands gedachten je blijkbaar voor de gek kan houden. Nu zijn ze allemaal verdwenen, de laatste Vader/Titaan/68er…en ergens voelt het misschien als een opluchting, “eindelijk zijn wij aan de beurt, kunnen wij ongestoord denken.” Maar het was wel een hippe vader en hij zal toch zijn onverschillige brutaliteit missen. Eigenlijk ook een van de weinige sociologen (zie in mindere mate Bauman, Maffesoli) waar hij compleet voor kon gaan, die hij als zoiets als een autoriteit wilde erkennen. En wat een vrolijke sociologie was het ondanks zijn pessimisme…een sociologie van de lange autorit, aan afstandelijke blik, eenzaamheid, sciencefiction, verwondering over vrouwen, Amerika, media en dood. Crash dus.

martes, marzo 06, 2007

47. Amsterdam





Middagje Stedelijk. Interessante tentoonstelling Mapping The City met veel mooie filmbeelden (de jonge Willem de Ridder en Wim T. Schippers op een charmante dérive toer) en foto’s. De meest indrukwekkende, onvermijdelijk haast, de kleurenfoto’s van Ed van der Elsken van een zomer in Amsterdam ergens begin jaren zeventig. Zijn ‘Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés’ die permanent in het Stedelijk hangt heeft hem nooit veel gedaan (al was het omdat de romantische mythe/”het echte leven” van Parijs hem koud laat.) Maar deze foto’s…fascineren. Omdat ze echt zijn, in de zin dat hij die kleuren herkent, de kleuren van een verdwenen realiteit. En omdat het een vrolijke chaos vormt van normale mensen in de stad die echter stuk voor stuk iets excentrieks bezitten, geen groot gebaren maar kleine dingen…een fietsconstructie, het natuurlijk gespierde lichaam van een shirtloze baardmans, de zorgloze afwezigheid van de bh, kortom de hele mythe van de jaren zeventig mythe ontmaskert als waarheid, compleet door het alledaagse doorvlochten. Wat hem doet afvragen: waar zijn al die mensen nu? Waar is die energie? Het optimisme? Hoe kijken ze terug op die tijd? En wat is er eigenlijk veranderd? Technologie in al zijn facetten, zeker. Maar de foto’s vangen ook een laatste moment, voor de eerste heroïne golf, het onbegrip van de Bijlmer, de Nieuwmarkt rellen, de haast systematisch verpaupering en daaropvolgende tegenaanval die onvermijdelijk leiden tot “1980”. Vreemd hoe in zijn herinneringen het Amsterdam van de begin jaren zeventig altijd zonnig is, dat van de periode 1976-1980 doorlopend grijs en regenachtig.

sábado, febrero 24, 2007

46. Droomstof

Of wel de terugkeer van D.I.Y. Alweer een vreemde gewaarwording dat hij intuïtief een kant op gaat die, behalve avontuurlijk aanvoelt, past in een bredere tendens van sciencefiction. Zo schijnbaar uit het niets een gevoel van experiment, de spanning van nieuwe vormen, het negeren van autoriteiten. Iets van een vermoeden dat Het Boek ten dode is opgeschreven (dat wil zeggen als afgesloten sociale conventie, het boek als ding blijft gelukkig nog even.) Er is iets in beweging gezet dat zijn anarchisme prikkelt. Met wat geluk een soort Gutenberg Punk.



Maar ook het plezier van de praktijk, het zelf sleutelen aan een boek: de omslag, de vrije licenties, het toevoegen van een essay…zonder uitleg, zonder discussie.

En vooral een rustgevend en tegelijkertijd nerveus gevoel van afsluiting waarin ruimte ontstaat om verder te gaan met schrijven. De terugkeer naar de korte verhalen, vaak de ware vorm van sciencefiction genoemd (en daardoor dubbel onuitgeefbaar...in de oude wereld.)

Droomstof is hier dus verkrijgbaar (het werkt...tip: kies economy als verzendmethode. Of je vergeet het papier compleet en doet een digitale kopie.)

edit: net is het bericht binnengekomen dat de verzendkosten eindelijk zijn verlaagd! 1,99 euro binnen de EU. Netjes.

domingo, febrero 18, 2007

45. Ricardo Villalobos @ Voltt


"Een reis door een jungle naar de essentie van Zijn en Ritme, een soort Apocalypse House." (OMC, uit de komende Subjectivisten weeklijst)

miércoles, febrero 07, 2007

44. De auto als spiegel.

Resultaat van een mooie winterdag. Een van de deugden van burgermans, waar zijn buren in het voorbijgaan altijd ironisch over doen: de gewassen auto. Maar het is zo’n rustgevende bezigheid, helemaal nu hij voor het eerst na het wassen de auto inwrijft met wax. Daarna kan hij zijn ogen niet van het ding afhouden. Wat is dan dat visuele genot van een glimmende auto? Wedergeboorte, de suggestie van nieuwheid? Of is het een spiegel? En wat zie je daarin? Even de immer opgejaagde identiteit bevroren in staal, glas en rubber?



Drie maanden autorijden zijn tot nu toe bevallen. Hij heeft snel, een voor een, zijn angsten overwonnen. De ultieme: het rijden door een nachtelijke regenstorm (op dezelfde plek waar deze in zijn jeugd ook altijd neerkwam) voortgestuwd door Jeff Mills en zijn brommende en beukende Waveform Transmission vol.1. Een openbaring van de man-machine in volle glorie, opgaand in snelheid, in controle, elke angst verslagen.

sábado, enero 20, 2007

43. Blogfather

“The tendency of the whole of contemporary culture to become healthy and virtuous again, to recover its intellectual morality, to revive a pedagogic approach to science, history and democracy. The breach opened up by the years 1960-1980 is closing; everyone is gearing up for a high-efficiency perspective which is merely an abreactive defence against the imminence of the year 2000. The long period of blackmail by threat of crisis has begun – intellectually too. Back, back to the middle ground, an end to centrifugal passions. What we had dismantled and destroyed in joy, we are rebuilding in sorrow.”

De eerste woorden die hij leest wanneer hij puur op intuïtie/toeval Cool Memories van Jean Baudrillard uit de kast trekt. Niet slecht gezien in oktober 1983. Eigenlijk is dit, meer nog dan de essays over sciencefiction of terrorisme, zijn favoriete Baudrillard, uit de losse pols strooiend met korte passages, observaties, minitheorieën, voorspellingen, soms banaal, vaak scherpzinnig. Doet hem afvragen waarom hij Cool Memories altijd vergeet te noemen als hij het over de proto-blogstijl heeft in Nietzsche, Wilde en Barthes, want het is overduidelijk met al die persoonlijke overpeinzingen over relaties, politiek, cultuur, technologie en reizen.



Mooie foto op de voorkant ook. Is trouwens de eerste keer dat de Ballard connectie van de foto hem opvalt (er is niets meer Ballard dan het beeld van een leeg zwembad.)

domingo, enero 07, 2007

42. Super 8 Herinneringen

Het is natuurlijk dynamiet in de handen van een melancholicus. Twee DVDs met gedigitaliseerde Super 8 filmpjes uit zijn jeugd. Maar het valt mee, wordt hij meer geraakt door beelden van andere mensen uit dezelfde tijd (misschien gaat het pas echt er in hakken als meer gefilmden sterven?) Het was wat het was, een redelijk perfecte jeugd, netjes afgebakend, onherhaalbaar. De melancholie voelde hij op dertienjarig leeftijd toen hij voor het eerst besefte dat het over was. Het is ook ergens een demystificatie, de zichtbaarheid van herinneringen. Momenten worden zichtbaar waarvan hij nooit zeker was of ze echt hadden bestaan (of toen een hele andere lading hadden, zijn verwondering over de mysterieuze architectonische grootsheid van de Twin Towers in vergelijking met het kruis wat we inmiddels allemaal dragen.)

Zo heeft hij lang getwijfeld of het tafereel in het klaprozenveld echt had plaatsgevonden en, zo ja (want waarom had hij anders ooit zo'n sterke associatieve reactie bij de binnenhoes van K&D Sessions?), was hij er van overtuigd dat de scène was vastgelegd op foto in plaats van film. Maar was het een ware herinnering of een herinnering aan het zien van de filmbeelden?



En toch zijn er kleine, onverwachte fascinaties. De eerste natuurlijk dat vreemde spiegeleffect: iemand die niet weet dat hij zelf uit de toekomst naar zichzelf kijkt. Tweede is de flits na afloop van zijn eerste Ajax wedstrijd (waarvan hij ook was vergeten dat deze was vastgelegd.) Best wel een cool jongetje met een serieuze blik…daarna is het helaas afgelopen, beginnen de jaren 80/het nerdschap/puberteit.

Wat hem het meest verbaasd is de jeugdigheid van zijn ouders. Vreemd hoe je dat vooral vergeet.