domingo, marzo 18, 2007

50. Einde/Begin Cyclus





af·straf·fen (ov.ww.)
1 (iem.) de nodige straf toedienen
2 profiteren van een fout van de tegenstander
3 PSV – Ajax 1-5

(Ongelofelijk eigenlijk dat het pas de derde keer is dat hij bewust een overwinning in Eindhoven meemaakt. Maar, het moet gezegd worden, dan zijn het ook kunstwerken.)

domingo, marzo 11, 2007

49. Barça – Real



De wedstrijd in Nou Camp is nooit prettig en toch gaat hij er als gehypnotiseerd meestal naar toe. Een soort masochistisch ritueel. Gisteren dus niet, omdat Real Madrid zijn eeuwige rivaal onder controle heeft, en toch op het laatst weer wel, omdat in de laatste minuut een zekere overwinning uit handen wordt gegeven. Maar voetbal is niet eens het plezier van gisteren (sowieso is voetbal plezierloos aan het worden), het plezier is van taal. Want er is geen betere voetbal ervaring dan die van het live verslag op de Spaanse radio. Hier geen gortdroge en valse hang naar objectiviteit zoals geperfectioneerd in Nederland (sinds de dood van Theo Koomen) met de commentator als eenling die namen opdreunt. Nee, hier een kakofonie van stemmen. Minsten vijf sprekers. Een evenement met als achtergrond de wedstrijd. Langlopende discussies worden opgepikt, sigaretten hoorbaar opgestoken, reclame voor whiskey bijna naadloos door het narratief geweven, spelers in lange tirades afgekraakt totdat er opgewonden “Ojo! Ojo!” wordt geroepen omdat er gevaar dreigt. Dan wordt minutenlang het spel genegeerd voor nieuwe discussies. En er is humor, sarcastische afrekeningen, juichende terechtwijzingen, wanneer iemand teveel onzin praat mag hij zelfs afgefloten worden (en ja, daar is een speciale jingle voor.) Dit alles in een zwaar klimaat van ironie omdat het seizoen van Real Madrid een catastrofe is. Een gezellige chaos die zoiets als de Spaanse psyche karakteriseert (hij heeft totaal niets tegen Catalanen maar ze hebben in ieder geval wat betreft voetbal geen enkele humor, worden gedreven door een verbittering en zelfhaat die alleen maar erger worden gemaakt door de steken van typisch Madrileense ironie.)

miércoles, marzo 07, 2007

48. Ook de coole denker sterft uiteindelijk

Raoul Vaneigem ongetwijfeld goedkeurend geciteerd In L’échange symbolique et la mort (1976):

“We sterven niet omdat we moeten, we sterven omdat het een gewoonte is, waaraan op een gegeven moment, niet al te lang geleden, onze gedachten zijn gebonden.”



Toch wel verrassend dat ook Baudrillard dood kon (al is het gezien zijn leeftijd, 77, en sigarettenconsumptie niet heel opzienbarend.) Hij had iets eeuwig jongs maar dat is hoe de jeugdigheid, de cool, van iemands gedachten je blijkbaar voor de gek kan houden. Nu zijn ze allemaal verdwenen, de laatste Vader/Titaan/68er…en ergens voelt het misschien als een opluchting, “eindelijk zijn wij aan de beurt, kunnen wij ongestoord denken.” Maar het was wel een hippe vader en hij zal toch zijn onverschillige brutaliteit missen. Eigenlijk ook een van de weinige sociologen (zie in mindere mate Bauman, Maffesoli) waar hij compleet voor kon gaan, die hij als zoiets als een autoriteit wilde erkennen. En wat een vrolijke sociologie was het ondanks zijn pessimisme…een sociologie van de lange autorit, aan afstandelijke blik, eenzaamheid, sciencefiction, verwondering over vrouwen, Amerika, media en dood. Crash dus.

martes, marzo 06, 2007

47. Amsterdam





Middagje Stedelijk. Interessante tentoonstelling Mapping The City met veel mooie filmbeelden (de jonge Willem de Ridder en Wim T. Schippers op een charmante dérive toer) en foto’s. De meest indrukwekkende, onvermijdelijk haast, de kleurenfoto’s van Ed van der Elsken van een zomer in Amsterdam ergens begin jaren zeventig. Zijn ‘Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés’ die permanent in het Stedelijk hangt heeft hem nooit veel gedaan (al was het omdat de romantische mythe/”het echte leven” van Parijs hem koud laat.) Maar deze foto’s…fascineren. Omdat ze echt zijn, in de zin dat hij die kleuren herkent, de kleuren van een verdwenen realiteit. En omdat het een vrolijke chaos vormt van normale mensen in de stad die echter stuk voor stuk iets excentrieks bezitten, geen groot gebaren maar kleine dingen…een fietsconstructie, het natuurlijk gespierde lichaam van een shirtloze baardmans, de zorgloze afwezigheid van de bh, kortom de hele mythe van de jaren zeventig mythe ontmaskert als waarheid, compleet door het alledaagse doorvlochten. Wat hem doet afvragen: waar zijn al die mensen nu? Waar is die energie? Het optimisme? Hoe kijken ze terug op die tijd? En wat is er eigenlijk veranderd? Technologie in al zijn facetten, zeker. Maar de foto’s vangen ook een laatste moment, voor de eerste heroïne golf, het onbegrip van de Bijlmer, de Nieuwmarkt rellen, de haast systematisch verpaupering en daaropvolgende tegenaanval die onvermijdelijk leiden tot “1980”. Vreemd hoe in zijn herinneringen het Amsterdam van de begin jaren zeventig altijd zonnig is, dat van de periode 1976-1980 doorlopend grijs en regenachtig.