viernes, julio 25, 2008

99. Menorca


Twee jaar geleden ontviel hem een zucht toen hij de albumtitel Made In Menorca van Rekid voor het eerst onder ogen kreeg. Teveel associaties van geforceerde Balearische house nostalgie maar ook gewoonweg de makkelijke gedachte dat het eiland zelf een soort tweede hands Ibiza moest zijn. Maar net zoals hij zich prettig verbaasde over de muziek van die plaat moet hij inmiddels na een observatie van zeventien dagen zijn idee over Menorca (ooit het laatste Republikeinse bolwerk) zelf bijstellen. Heel vreemd dat dit soort half verborgen plekken nog bestaan. Dankzij een soort homeopathische dosis Brits toerisme en een vooruitziende ecologische blik in de jaren zeventig heeft Menorca in tegenstelling tot haar buren nog een eigen karakter behouden. Misschien heeft het er ook mee te maken dat je er met het vliegtuig lastiger komt dan je verwacht, zeker als kampeerder. Vreemde gewaarwording om dan op de camping te staan en niet ingebouwd te zijn door Nederlanders, om helemaal niet ingebouwd te zijn omdat de Spanjaarden meestal pas in augustus op vakantie gaan.



Voor het eerst in zijn leven voelde hij zich op zijn gemak om ongegeneerd op te gaan in de zonnecultus. Je gaat ook na verloop van tijd, dankzij wandelingen naar “verborgen” strandjes, langs ruige vegetatie waar biologen hun hele leven aan zouden kunnen wijden, onwerkelijk helder groen water, een achteloze lichaamsvertoning, een permanente uitnodiging om te zwemmen, geloven in een soort continuïteit van de 19e eeuwse Natur verering (er is een theorie die stelt dat Duitse emigranten de 20e eeuwse Californië ideologie hebben uitgevonden.) Hij werd geleegd en opnieuw herboren, vitaler en krachtiger, niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk, de ideeën voor verhalen leken met een zachte beweging van de wil zo uit de lucht te plukken.

Geen wonder dat vertrek dit keer ware tristeza inhield maar zomerse utopieën zijn nu eenmaal per definitie tijdelijk. De toegift verdiepte het gevoel alleen maar. In plaats van de gebruikelijke vluchtroute over La Rioja werd Madrid dit keer vanuit het zuidoosten benaderd waardoor hij gehypnotiseerd raakte door het steeds maar veranderende landschap van bergen, ingesleten rivieren, bossen, bruine velden, chaotische patronen…de blik uit een droom van een melancholische godheid.

lunes, junio 30, 2008

98. De Droom Gedroomd



“España, campeona de Europa. Suena raro, pero es así.”

“Spanje kampioen van Europa. Het klinkt raar, maar het is zo,” ware woorden waarmee de analyse van AS gisteren begon. Het blijft de dag erna een onwerkelijk gevoel. Het ging hem op een gegeven moment in die zenuwslopende dagen niet meer om persoonlijk plezier maar eigenlijk vooral nog om Spanje. Als Spanjaard van buitenaf ziet hij het land altijd als een afgeronde entiteit, wat van binnenuit veel lastiger schijnt te zijn. Dat even stomme als geniale spel moest iedereen een keer één laten voelen. Moest de reuzensprong in de moderniteit van Spanje complementeren.

Er is dus een maatschappelijke loutering en er is een voetbal-historische loutering. Een gevoel dat een kruis is afgelegd. De vloek die waarschijnlijk begon met Cardeñosa’s misser voor open doel op het WK 1978 en die sindsdien werd doorgegeven naar Arconada, Salinas, Eloy, Zubizarreta en culmineerde in het Schandaal van Zuid-Korea. Ook zij werden zondag eindelijk verlost. Nooit meer hoeft hij tegeltjeswijsheden aan te horen van “Spanje strandt altijd in de kwartfinale”, “ze worden teveel verdeeld door regionale belangen”, “het sterft altijd in schoonheid.” Nooit meer hoeft hij een wedstrijd van Spanje te kijken met die mengeling van hoop en zelfkastijding.



De sleutelwedstrijd was natuurlijk de kwartfinale tegen Italië. Terwijl hij tijdens de penaltyreeks naar bed ging omdat Spanje die toch nooit won, werden in één keer een drietal complexen geheeld: de cynische angstgegner Italië eindelijk op een toernooi verslagen, voor het eerst sinds 1984 een penaltyreeks gewonnen en eindelijk werd de kwartfinale weer eens overleefd. Maar dan volgt een nieuw terrein, dat van een mogelijkheid om een toernooi te winnen, om alle complexen te overwinnen. Dagen van zenuwen die hij nooit meer wil herleven (al merkte hij na de winst op Rusland dat er een element van verslaving in schuilt.) Talloze scenario’s die door het hoofd beginnen te spoken. Wint Duitsland niet altijd van de mooiere ploeg? Van Hongarije? Van Nederland? Van Frankrijk? Ging dit weer een 1974 worden? Nee, want spelers zijn veranderd, laten zich niet leiden door frustraties en geschiedenis, door zaken voorbij het voetbalveld. Totdat het eindsignaal klinkt en een paar spelers ruimte weten te maken voor verwijzingen, het grootse gebaar van reservedoelman Palop die het shirt van Arconada aantrekt, van Ramos die zijn overleden vriend Puerta niet vergeet. Heiligen, iconen, relikwieën.

Dan rest nog de voetbaltechnische vraag: waarom is dit Spanje kampioen geworden? De drie belangrijkste:

- Ervaring in buitenlandse competities. Spaanse voetballers waren tot voor kort, zoals de Spanjaard in het algemeen, naar binnen toe gekeerd. Zelden werd het geluk in een buitenlandse competitie beproefd en als het gebeurde liepen vooral de Italiaanse avonturen slecht af. Fàbregas en vooral Torres zijn in Engeland niet alleen andere, betere voetballers geworden, ze verruimen de blik van het Spaanse voetbal, zorgen ervoor dat de vervreemding niet, te laat, op het toernooi zelf wordt geconfronteerd.

- De afwezigheid van Raúl. Aragonés heeft het nooit willen uitspellen maar de reden waarom hij Raúl niet mee wilde nemen is niet dat hij over zijn hoogtepunt is maar dat zijn macht moest worden gebroken. Hij is als persoonlijkheid en leider te dominant. Dat was op het vorige EK al duidelijk geworden waar Raúl bovendien steeds de plek van de veel dynamischere Valerón innam en nu was het genoeg. En het werkte inderdaad. Er bleek opeens ruimte voor een jonge, enthousiaste ploeg met al veel ervaring maar zonder valse hiërarchie, die zich niet hoefde uit te sloven voor de glorie van een enkele speler.

- Marcos Senna. Beste speler van het toernooi en de speler die het Spaanse elftal altijd heeft gemist (is het dan toeval dat hij als zwarte genaturaliseerde Braziliaan van buitenaf kwam?) De defensieve middenvelder die kan voetballen, die zowel de verdediging helpt met het uitschakelen van sleutelspelers maar in tegenstelling tot bijna alle andere spelers van dit noodzakelijke maar vervelende type aanvallend mee kan komen. Het middenveld werd hierdoor een rhizoom. Geen klassieke Spelverdeler/Maarschalk meer die uitgeschakeld kan worden en waardoor het aanvalsspel stokt, al komt Xavi enigszins in de buurt. Maar wie door extra aandacht Xavi probeert uit te schakelen wordt overstroomd door de snelle combinaties van Silva, Iniesta en Senna.

domingo, junio 01, 2008

97. Wachtend op de EK-koorts

Uit de tijd dat wanneer je in het Oostblok moest voetballen een pak slaag kon verwachten (zeker als je zo knullig verdedigt.) Kwalificatiewedstrijd voor het EK '76: Polen - Nederland 4-1 (10-09-1975). Dat wat eigenlijk de finale in München ‘74 had moeten zijn. De naam van Lato is onder voetballiefhebbers meestal wel blijven hangen maar Polen zelf denken meestal met weemoed terug aan Kazimierz Deyna. Aanvoerder en spelverdeler met een naam als een poëet...en zo voetbalde hij dus ook.



Zo maar wat beelden uit lang vervlogen tijden om Juni als EK maand in te luiden. Spanje, Nederland of Rusland als kampioen zou leuk zijn maar het lijkt een vrijwel onmogelijke uitkomst. Het is gewoon te stil rond Duitsland, finaleplaats lijkt op sluipende wijze helaas alweer verzekerd (ook gezien een gunstig toernooischema.)

domingo, mayo 25, 2008

96. Hoe nog links te zijn?

Een vraag die niet zozeer in hem opkomt vanwege de (media)aandacht voor 1968. Aandacht die geforceerd aanvoelt dankzij die arbitraire “het was veertig jaar geleden” verjaardag. Laat dat liever mysterieus en voorbij voorspelbare codes blijven, niet dood gediscussieerd worden, wegstopt op DVD, etc. Het is hem ook nog niet duidelijk of in de vaak positieve terugblikken iets van hoop gloort voor een keer van het tij (al dan niet vagelijk ingebed door de mogelijkheid van de Zwarte Kennedy) of spelletjes in nostalgie worden gebezigd en een hoofdstuk definitief afgesloten.

Maar wat is links zijn? Marxisme als idee, als theorie heeft hij nooit wat mee gehad. Te economisch, te snel een vervanging van het christendom geworden, slecht uitgewerkt utopisme met ‘de dictatuur van het proletariaat’ als tijdbom. Het Marxisme heeft ook onterecht het monopolie opgeëist van de progressieve politiek en dat heeft uiteindelijk fatale gevolgen gehad zoals Chris Marker in een later toegevoegde coda van zijn fenomenale Le fond de l’air est rouge (1977) stelt: het Nieuwe Links in zijn labyrintische zoektocht naar alternatieven werd ironisch genoeg als een van de grootste tegenstanders van de Sovjet-Unie in haar val meegesleurd.



Vervolgens STASI - Secret Rooms van Daniel en Geo Fuchs, een hypnotiserende collectie van foto’s van intact gebleven Stasi interieurs die duidelijk maakt dat een nieuwe progressieve politiek zich nooit een schuldgevoel moet laten aanpraten over de geschiedenis. Wat voor een experiment de DDR ook is geweest, het kan nooit de enige logische uitkomst zijn van alle progressieve politiek. De afwezigheid van mensen op de foto’s (met uitzondering van Honeckers bizarre anticharisma op portretten aan de muur) doet niet alleen je fantasie op hol slaan over wat er in de ruimtes gebeurde (de verveling, de wreedheid, de wanhoop) het dwingt je ook naar architectuur en structuur kijken, en dat is de autoritaire structuur, een architectuur die de angst voor vrijheid uitademt. Vrijheid die, niet als betekenisloze universele slogan maar als geëxplodeerde kleine, positieve vrijheden in de dagelijkse praktijk (dus niet vrijheid om anderen uit te buiten), de kern van een progressieve levensstijl zou moeten vormen.

Wat betekent na Markers uitputtende ontleding van links in de jaren zestig/zeventig zijn politieke voorkeur nog? Dat hij niet verder komt dan een bepaalde sympathie voor links, als abstractie. Want uiteindelijk kent hij een angst voor collectieven, de andere mens die maar tot op zekere hoogte kan worden vertrouwt. Stop een bepaald aantal mensen bij elkaar die zich winnaar voelen en binnen de kortste keren formuleren ze een beeld van buitenstaanders die, in verschillende gradaties, het leven zuur moet worden gemaakt. Zijn kleine politiek zal dan altijd een mengvorm zijn van anarchisme (de eeuwig sympathieke underdog van de politieke theorie) met Zen. Het streven naar uitdoving van zowel maatschappelijke als psychische autoriteit.

Na het bezoek aan FOAM fietste hij door de Spuistraat waarop een kraakpand triomfantelijke stond te lezen dat het 25 jaar gekraakt is. Met reden dus. Maar ook de vraag die in hem opkomt: waarom is het zo moeilijk om kleine alternatieven met rust te laten? Misschien niet dit specifieke geval dat waarschijnlijk met rust wordt gelaten als symbool van repressieve tolerantie? Een laatste symbool? Maar meer in het algemeen, het gevoel dat een op hol geslagen monster, een vreemde hybride van kapitalisme-zonder-cultuur en achterhaald monotheïsme, elk mogelijk alternatief opjaagt en vernietigt, zo niet met geweld dan wel door institutionalisering en een woud van regels. Hoe de tijdelijke utopie van rave is geneutraliseerd is een schoolvoorbeeld: eerst de harde hand om “illegale” feesten terug te slaan naar de infrastructuur van clubs en horeca, vervolgens de zachte hand van een nieuw kapitalisme met festivalimperiums en labellifestyles. Resultaat is dat de muziek klinkt zoals hij zou moeten klinken, maar de ervaring, de kern is leeggezogen.



Ursula Le Guin schiep met The Dispossessed (1974) waarschijnlijk het meest geloofwaardige model van een anarchistische utopie. Die in stand houden blijkt uit alles in de tekst is hard werk maar zelfs dat boek geeft nog een te positief beeld van de tegenstander: zelfs op een andere planeet zullen ze je in realiteit niet met rust laten, een alternatief gunnen. En dan is er nog het probleem dat, ver voordat je een planeet hebt gevonden, dit schrijven, een kritiek formuleren, al omgeven is van een duizelingwekkend netwerk van valkuilen, omkeringen en altijd de tegenwerping van hypocrisie omdat elk individu ingebed is talloze ketens van afhankelijkheid waar je onmogelijk zicht op kan bewaren.

sábado, mayo 17, 2008

95. Speeddenken

Een tijd geleden trok hij in de bibliotheek in een vlaag van nieuwsgierigheid L’Etre et le néant van Sartre uit de kast om het vol verbazing door te bladeren. Niet zo zeer vanwege bepaalde woorden, zinnen of redeneringen maar als wel de manier waarop pagina na pagina zonder alinea is volgeschreven. Even bizarre als intimiderende blokken tekst. Kortom, de schriftuur van een speedfreak. Dat deed hem vrijwel direct denken aan deze wonderlijke passage aangehaald door Michael Onfray in De Buik van de Filosoof over Sartre’s dagelijkse dieet:

“Twee pakjes sigaretten – Boyard van maïspapier – en talloze pijpen, gestopt met zware tabak; meer dan een liter alcohol – wijn, bier, brandewijn, whiskey, etc. –; tweehonderd milligram amfetaminen; vijftien gram aspirine; verscheidene grammen barbituraten, zonder de koppen koffie, thee en andere smering van zijn dagelijkse levensonderhoud mee te tellen.”

Wat hem weer doet denken: is er wel eens een geschiedenis van drugs en denken geschreven? Van Plato’s vermeende associatie met de Eleusinische mysteriën, via Hegel en koffie, Freud en cocaïne naar de 20ste eeuw met Benjamin en hasj, de wietplant van Foucault, Deleuze en LSD, de slaapmiddelenverslaving van Derrida tot Angelsaksische analytische filosofie en slappe thee. Er zijn wel voorzetten geweest met Derrida’s eigen La pharmacie de Platon, Sadie Plants Writing on Drugs en op onnavolgbare wijze Ronells Crack Wars maar nooit een systematische studie. Het soort boek waarvan je ooit hoopte dat Ian Penman het zou schrijven. Al is die notoir als bedenker van mogelijke, in plaats van schrijver van daadwerkelijke, boeken. De bovengenoemde Onfray is eigenlijk de aangewezen persoon om deze schaduwmaterie eens goed in kaart te brengen.

lunes, mayo 05, 2008

94. Twee op rij



"Que nadie lo olvide: el uniforme es blanco para llenarlo de barro y de sangre."

Mooi gesproken Juanma Trueba vanochtend in AS (snelle vertaling: "Dat niemand het vergeet: het tenue is wit om het te vullen met modder en bloed"...al moet je bedenken dat barro een ander soort modder is dan we in Noord-Europa gewend zijn, het is altijd lichtbruin, zandkleurig, te vinden op kurkdroge grond aan de rand van een plas. Aan de andere kant, tot in de 20ste eeuw, materiaal waar huizen mee werden gebouwd.) Gisteren letterlijk, Gabriel Heinze wiens hand op het laatst maar bleef bloeden en als een gewonde soldaat op het veld knielde. Gisteren weer een van die vreemde metamorfoses: een uur lang een strontverveldende wedstrijd (niet toevallig het uur dan Raúl op het veld stond?), tegen regionalistische fanaten die als ze nou eens het hele seizoen zo hun best deden niet zouden degraderen, onder leiding van de slechtste scheidsrechter van Spanje, een helft verder met 10 man, regenval als in de beslissende fase van De Zeven Samoerai, 8 minuten voor tijd 1-0 achter door een idiote penalty en dan toch de wedstrijd winnen dankzij een speler, Higuaín, die gisteren als er zoiets als gerechtigheid bestaat, Raúl heeft gepensioneerd. Esthetiek altijd, maar met vechtlust, Kopa en Di Stefano, Netzer en Camacho, Michél en Gordillo.

Postscriptum (donderdag 8 mei)



Waarom het belangrijk was om zondag kampioen te worden? Zodat woensdag de aartsrivaal voorafgaand aan de wedstrijd de traditionele pasillo (erehaag) aan de kampioen kon geven. Enigszins gehypet in de Spaanse sportmedia als mogelijke vernedering maar die vond daarna pas plaats toen Barça met 4-1 werd opgerold (en dat was genadig). De pasillo zelf was intrigerend, het was eigenlijk in een flits voorbij maar vol prachtige details: Rijkaard die als eerste erbij ging staan, een aantal spelers van Real die het vernederende potentieel annuleerde door hun collega's van Barça een hand te geven en Heinze die stug recht doorliep om het ritueel correct te voltooien. Zo en nu weer een paar maanden gewone nachtrust. Stom voetbal!

miércoles, abril 16, 2008

93. De Tiran van Bernabéu

Nu het kampioenschap ons (gesproken als lid van de Koninklijke familie) welhaast niet meer kan ontsnappen is het tijd om de blik te richten op de speler ondanks wiens continue aanwezigheid Real Madrid kampioen zal worden. El Gran Capitán, El Mito: Raúl González Blanco. Het verhaal van Raúl dit seizoen heeft hem vaak doen denken aan Hans Christian Andersens essentiële sprookje De Nieuwe Kleren van de Keizer. Raúl heeft de Spaanse sportmedia ooit voor zich gewonnen, die hem inmiddels in een schoolvoorbeeld van propaganda hebben gekroond tot recordbreker, mythe tijdens de actieve loopbaan. Eén iemand heeft het gedurfd de rol van het jongetje te spelen die zegt dat de keizer geen kleren draagt en dat is ironisch genoeg de oude vos Luis Aragonés die al bijna twee jaar koppig weigert om Raúl te selecteren voor het nationale elftal. Dat heeft hij geweten. Elk interview de vraag “waarom speelt Raúl niet in het nationale elftal?”, elke dag in de Madrileense sportpers de vraag aan willekeurige trainers en spelers “wat vind je van Raúl?”, steevast diplomatisch, zo je wilt leugenachtig, beantwoord met “een grootheid/legende, ik zou hem altijd selecteren.” Om gek van te worden, niet alleen voor Aragonés maar ook voor de Real Madrid fan die week in week uit kon zien dat Raúl te langzaam en te houterig is geworden voor het niveau dat Real Madrid nastreeft.

Maar Raúl begon voor het eerst in vier seizoenen weer regelmatig te scoren en de propaganda werd ondragelijk. Het waren meestal intikkertjes die door zijn collega’s werden geschonken om de aanvoerder ook wat plezier te gunnen maar opeens werden ze op rabiate wijze gevierd, individueel en met irritante “op de naam wijs” gebaartjes. Genoeg cynici en criticasters onder het publiek die begon te wijzen op manier waarop Raúl op ballen bleef rennen die hij toch niet kon halen (om te tonen hoe hard hij wel werkt) of elk dood spelmoment gebruikt om als inspirator zijn medespelers of publiek te bedienen op een hartverwarmend applaus. Hij wordt zelden gewisseld, hoeft bijna nooit op de bank te beginnen en dat nadat Bernd Schuster, vorig jaar nog als trainer van Getafe, in een praatprogramma Raúl vriendelijk had geadviseerd een club in het buitenland te zoeken. Het vermoeden bestaat daardoor dat iedereen binnen de club naar de pijpen van Raúl moet dansen. Tot overmaat van ramp kreeg hij begin dit jaar een contract aangeboden om tot het einde van zijn carrière bij Real te mogen spelen waar zelfs iconen als Di Stefano en Butragueño in de nadagen van hun loopbaan naar een andere club vertrokken. Kortom, sinds de Amerikaanse propaganda over de oorlog in Irak is er niet meer zo’n verschil geweest tussen realiteit en fantasie. Fascinerend maar ook beledigend omdat zelfs als kritisch individu van je verwacht wordt dat je in sprookjes gelooft.



Maar waarom Raúl? En waar is het mis gegaan? Hoe heeft hij meer dan iemand anders er voor gezorgd dat het woord cáncer in het Spaans is inburgert voorbij de naam van een dodelijke ziekte? Nu is hij zelf nooit echt idolaat geweest van Raúl. Zijn favorieten zijn in die periode spelers als Redondo, Savio, Zidane, Helguera of Solari geweest. Maar het ontegenzeggelijk waar dat Raúl in zijn eerste seizoenen zoiets als een fenomeen was. Voor jonge voetballiefhebbers moet het haast ondenkbaar zijn dat de trage balletjesafwachter van nu ooit fabelachtige doelpunten scoorde, pure fantasie, nooit eerder bedachte lobjes met de buitenkant voet. En ergens heeft die fantasie, noem het jeugdig enthousiasme, plaats moeten maken voor realisme. Wanneer? Toen hij na het gedwongen vertrek van Hierro aanvoerder werd? Dat was waarschijnlijk de laatste stap naar het realisme. De neergang begon eigenlijk op Euro2000 toen Raúl na een bizar lang seizoen (waar Real de achtste Europacup I won) in de kwartfinale tegen Frankrijk compleet moegestreden als enige de verantwoordelijkheid nam om de penalty in te schieten die Spanje in de laatste minuut naast Frankrijk zou brengen. Hij schoot hem op de kruising en die combinatie van teleurstelling en slechte verwerkte vermoeidheid zorgde voor een moeizaam seizoen 2000-2001 waar Real toch kampioen zou worden dankzij het elan van Figo.

Daarna kwam Zidane en werd de Galacticos filosofie van Florentino geïmplementeerd. Met als resultaat dat Raúl, niet verkerend in de vorm van zijn leven, werd gebombardeerd tot de Spaanse Galactico. Een titel die hem dwong boven zijn stand te leven, zeker in vergelijking met Figo en Zidane. Daar is het realisme begonnen, hij moest hard werken om zich te kunnen permitteren in dezelfde adem te worden genoemd als beide en hij kreeg zowaar een duwtje in de rug want Zidane moest altijd uit positie spelen zodat Raúl een rendabele plek in het elftal kon behouden. Dat seizoen, met name in de Champions League, was het laatste hoogtepunt in de carrière van Raúl, de prachtige veldslag tegen Bayern in de kwartfinale, de galavoorstelling in Bronx Nou om te eindigen in Glasgow waar hij de openingstreffer op uitermate slimme manier scoorde (snel de diepte in en de bal precies langs Butt schuiven die op het verkeerde been staat.) Het juichen daarna is misschien zijn favoriete moment van Raúl, er spreekt een plezier in voetbal uit, het is alsof hij even is veranderd in een kind die droomt van scoren in een finale.

Het is de komst van broodspeler/lopende reclamezuil Ronaldo waardoor het gewicht van de Galacticos hem lijkt te verpletteren. Zijn haar wordt langer en met een baard krijgt hij een soort Christus van Madrid imago, drager van het kruis en zonde van de hoogmoed. Hij moet net als de rest van het elftal in dienst spelen van een speler die geen verdedigende arbeid hoeft te verrichten, die de goals moet maken die hij vroeger scoorde. Hij wordt een overlever en overleven doet hij. Michael Owen wordt gebracht en de bank lonkt. Maar in de chaos die de neergang van het imperium van de Galacticos teweegbrengt weet hij als kind van het huis een uitweg te vinden. Hij wordt aanvoerder, Owen krijgt weinig speelminuten en verdwijnt na een seizoen naar Engeland. Eén voor één volgen de andere Galacticos en hij blijft over. Een autoriteit die niet meer bekritiseert mag worden. Waar voetballers met toekomst als Sneijder, Higuaín, Baptista voor uit positie moeten spelen.

Raúl spreekt weinig voorbij de platitudes die een aanvoerder van Real Madrid dient te bezigen dus het is onmogelijk te weten te komen wat hij zelf van de situatie vindt. Is hij cynisch? Kwaadaardig? Of is hij een Quijote? In de wedstrijd tegen Murcia werd zichtbaar dat hij naarstig op jacht is naar eigen glorie en, misschien erger, bepaalde spelers die twijfelen aan zijn macht, Robben als brutaalste, overduidelijk weigert de bal toe te spelen (of net te laat.) Hij is verworden tot een tiran, omringd door bange trawanten die hopen dat hij neervalt voordat ze zelf moeten verdwijnen, terwijl hij zelfs steeds slechter zijn imago van verlicht heerser kan ophouden. Real Madrid kan met hem kampioen worden (een zwaar onderschatte prestatie) maar zal voorlopig niet tot echt grote daden in staat zijn. En toch, in december in Bronx Nou hoe slecht Raúl ook speelde opeens realiseerde hij zich dat hij niet gewisseld kon worden, dat zonder hem iets van een ziel uit het elftal zou verdwijnen. Een laatste angst, want die ziel wordt vanzelf vervangen, als de opening maar bestaat.

martes, abril 15, 2008

92. Didier Six in Maracana



Niet zozeer voetbal, als wel iets tussen dans en poëzie in.

miércoles, abril 02, 2008

91. Motorik komt tot stilstand




Klaus Dinger (61) overleden. Maker van een van de cruciale ritmes van de 20ste eeuw. Opener van ruimtes, mysticus van de horizon, punker-voor-Punk. Een van die vreemde, ongrijpbare revolutionairen geworpen in een periode die, in jaren nog veel minder dan in geest, steeds verder weg lijkt in de achteruitkijkspiegel. Een eenzame, nachtelijke rit over de snelweg is het enig mogelijke eerbetoon.

martes, marzo 25, 2008

90. Blueberry Pie



Zijn laatste obsessie. Sinds Wong Kar Wai’s interessante mislukking My Blueberry Nights kreeg hij bij het zien van al die onaangetaste bosbessentaarten van Jude Law opeens zin om die dingen zelf te gaan maken. Voor een beetje kok zo gepiept, het enige detail waar hij nog aan moet werken is dat vlechten van de bovenkant met platte stroken voor dat echte “Katrien Duck laat de taart in de vensterbank afkoelen” effect.

"I don't know how to begin`
Cause the story has been told before."

Hij let nooit zo op teksten van liedjes maar dit is achteraf gezien wel een cruciaal begin van My Blueberry Nights gezongen door hoofdrolspeelster Norah Jones. Alles is inderdaad door en door herkenbaar in de film. En dat werkt eigenlijk door in zulke essentieel Amerikaanse gerechten als Blueberry Pie. Het is zo ontzettend onderdeel van een cluster aan symbolen (graanvelden, neon, baseball, wolkenkrabbers, etc) dat je bijna niet kan voorstellen dat er een realiteit van bestaat. Het creëert uiteindelijk een verwondering door het feit dat je het ding tastbaar hebt gemaakt, kan proeven. In ieder geval wordt hij sindsdien achtervolgd door de smaak van Blueberry Pie, voelt hij weemoed bij de gedachte dat er geen stuk meer over is, raakt hij verloren in de planning van een nieuwe taart. En er zijn natuurlijk varianten. Pumpkin Pie heeft hij al eerder gemaakt en deed hem hoofdschudden over de Amerikaanse Smaak, minder mythisch maar evenwel intrigerend is de Sweet Potato Pie, die in zijn hele gesproken cadans al een waterval aan associaties losmaakt van veranda’s, limonade, hitte, bourbon, reusachtige kalkoenen.

lunes, marzo 10, 2008

89. Waar zijn de pek en veren?

Gisteren heeft hij weer eens gebruik mogen maken van zijn democratische recht (goed, eigenlijk twee weken geleden per post.) De precieze stem gaat niemand wat aan (hij is redelijk ouderwets wat betreft die anonimiteit van de stem) maar de richting van zijn politieke voorkeuren zijn niet zo moeilijk te gissen. De uitslag van gisteren is hij ambivalent over. Het is duidelijk dat Spanje richting een tweepartijenstelsel manoeuvreert en dat is geen echte democratie. Dat er geen echte liberale partij in Spanje is, hoeft niet zoveel te verbazen. Spanje heeft geen liberale traditie en de meeste liberale partijen in Europa leven tegenwoordig ook nog eens aan de marge. Partido Popular zuigt als een zwart gat dit soort liberale tendensen op, zoals het ook de kortstondige Christen-Democraten (toch de partij van de eerste premier van Spanje na Fr*nc*) heeft opgeslokt. Veel van de alternatieven zijn in handen van regionaal-nationalistische partijen die gisteren aan macht hebben ingeboet (wat op zich een goed teken is.) Bovendien krijgt vooral Izquirda Unida geen voet tussen de deur, hun lijsttrekker mag niet meedoen aan de showdebatten op televisie en krijgt door het kiessysteem steevast minder zetels dan ze gezien de hoeveelheid stemmen verdienen.

Maar wat hem tegenstaat van de uitslag van gisteren is dat Partido Popular, de grootste bende leugenachtige, hypocriete, vals spelende, racistische, xenofobe, homofobe, opportunistische, amorele, gefrustreerde, paranoïde, arrogante huilebalken zowaar winst hebben geboekt terwijl ze na hun aantoonbare en bewuste manipulaties rond de bomaanslagen van 11M, gevolgd door doorzichtige pogingen tot maatschappelijke polarisatie met pek en veren hadden moeten zijn weggevoerd. Het maakt weer eens duidelijk hoe onoverbrugbaar en structureel de beruchte kloof tussen links en rechts in Spanje is.

martes, marzo 04, 2008

88. El Buitre



Vanzelfsprekend is de combinatie opera en voetbal gevaarlijk, want de pathetiek, extra zwaar bij gevallen cultuurgoed, ligt op de loer. Het doet denken aan die verschrikkelijke muzikale tussenstukjes waarmee de NOS sinds jaren de voorbeschouwingen van live voetbal mee “opleukt” (want anders zouden mensen zich nog eens kunnen gaan vervelen.) En toch werkt dit fragment Witte Schoonheid briljant in combinatie met Puccini. Dat heeft allereerst met de elegantie van het voetbal te maken, de achteloze passes, de fantasie en aan de andere kant natuurlijk met nostalgie. Voetballers die niet meer voetballen (of zoals Juanito een Spaanse dood zijn gestorven), voetbal dat niet meer zo gespeeld wordt, een meer afstandelijke beleving van het voetbal sinds die spannende avonden in de jaren tachtig. Prachtige details ook, Juanito die direct door heeft dat er iets monumentaals heeft plaatsgevonden en Butragueño op de schouders neemt, de verdedigers van Cádiz die hem vervolgens feliciteren (een heel Spaans gebaar dat.)

jueves, febrero 28, 2008

87. No Disco Future



Bij hoge uitzondering een stuk over een album. Dus moet het wel een speciale plaat zijn. Een plaat ook die wat extra aandacht verdient omdat hij op een ongunstig moment, begin december 2007, is uitgebracht. No Disco Future van Melchior Productions op Perlon. Eigenlijk was hij, zonder hem te horen, sceptisch over de plaat. Achteraf bezien was de enige reden zijn enthousiasme over het debuut The Meaning waardoor hij niet verwachtte dat er nog iets kon worden toegevoegd aan de formule. Een schrikbarend gebrek aan vertrouwen.

No Disco Future, en na bijna 18 jaar verweven te zijn met deze muziek bezit hij de kritische autoriteit om dit zo snel te stellen, is een van de beste house-albums ooit. We hebben het hier over Digital Lifeforms, Revolution For Change, Insides, The Present Lover, Attention, de Plastikman platen…dat niveau. Nu doet No Disco Future hem af en toe denken aan Digital Lifeforms van Sandoz, waarschijnlijk het eerste house-album samen met Orbitals tweede, dat in 1993 voor hem zoiets als een geheel vormde, house als artistiek statement, house-als-muziek zelfs in plaats van een raster van energie wat het in de begindagen leek. De muziek bezit een zelfde openheid en achteloos ritme.

De kracht en inventiviteit van de afzonderlijke tracks zijn een gegeven maar wat No Disco Future een extra laag geeft is dat het, zonder dit op een of andere manier expliciet te maken (en het daardoor te verknallen), zelf de ervaring van house spiegelt en opgebouwd is als “de nacht”. Eerst voorzichtig, dan is er omhelzing van het collectief (“people smiling”/“a nice warm feeling”), gevolgd door een voorzichtige opbouw naar een piek (waar je bij elke track denkt: “dit kan niet beter worden”.) Daarna is ‘Coming Up’ puur rookmachinemuziek, het plateau van tevredenheid na de extase, een cruisen door duisternis, stroboscoop en rook. De laatste tracks natuurlijk als terugkeer, het ochtendlicht. De droom blijft leven.

lunes, febrero 25, 2008

86. De Gift van Muziek



Het is lui bloggen maar er valt verder ook niets over te zeggen. Behalve: get down!

martes, febrero 19, 2008

85. Real Madrid – Ajax 1973

Een oefening in demystificatie. Misschien onbewust opgezocht in deze tijden van verwarring bij Ajax, waar de worsteling met het verleden alweer naar de oppervlakte komt dankzij het rapport Coronel. Halve finale van de Europacup I seizoen 1972/1973 waarin de bekerhouder Ajax eerst thuis speelde en het redelijk moeilijk had met Real Madrid maar toch won met 2-1. Door de late tegengoal van Pirri een lastige uitslag omdat Real in Bernabéu genoeg zou hebben aan een 1-0 overwinning.

Dit is de wedstrijd die vaak wordt aangehaald als voorbeeld van de superioriteit van Ajax in hun gouden jaren. Zo gezien valt de realiteit in zijn droge 90 minuten niet mee. Ajax (in mooi compleet rood tenue met witte details van Le Coq Sportif) oogt verveeld, met name in de eerste helft wachten ze af en spelen eigenlijk met vuur. Of is dat gespeeld? Real dringt wel aan maar kan geen echte vuist maken en wat het meeste opvalt is dat er twee verschillende typen voetballer tegenover elkaar staan. Ajax is fysiek al superieur, de spelers zijn langer en vooral sneller, een snelheid waarmee defensief bijna alle problemen worden opgelost (en anders zijn er wel tweebenige tackles van Blankenburg of Neeskens.) Ten tweede valt op hoe slecht Cruijff speelt. Ongeconcentreerd, struikelend, weinig oog voor Rep die keer op keer vrij staat.

Aan het begin van de tweede helft scoort Ajax op een manier die typisch is voor de wedstrijd. Gerrie Mühren schiet van buiten het strafschopgebied en de bal wordt nog door een verdediger geraakt waardoor keeper Remon kansloos is. De wedstrijd is dan ook over, want Real Madrid heeft duidelijk niet de fysieke mogelijkheden om Ajax op te jagen dat heel geduldig de bal rond tikt om bij aanvallen van de tegenstander uit het niets de buitenspelval keer op keer in te zetten (wat een keer gigantisch mislukt met bijna fatale gevolgen.)


Snel na het doelpunt volgt het moment waardoor deze wedstrijd nooit is vergeten. In Nederland, want een beetje zoals de status van de Tachtigjarige Oorlog in Spanje valt het de Spaanse televisiecommentator, midden in een argument over hoe Real de wedstrijd moet gaan keren, niet eens op (herhalingen zijn dan nog alleen bestemd voor doelpunten en hele grote kansen.) Ajaxfans zien het vaak als het summum van de Ajax superioriteit, ook al heeft Mühren, zelf fan van Real, later ontkend dat het iets met vernedering te maken had. Net over de middenlijn wordt de bal door Suurbier met een fraaie boog breed gekruld naar Gerrie Mühren die compleet vrijstaand de bal in een keer op de voet neemt, hem nog vier keer hooghoudt en vervolgens op de voet compleet stillegt en naar het gras brengt, om de aanval te vervolgen. Een prachtig maar ook, in de zee van negentig minuten, plotseling klein moment.

Rep mist nog een ontzettende grote kans (toekomstvisioen van München) en Ajax speelt de rest van de wedstrijd uit zoals ze dat inmiddels gewoon waren, de bal rond tikken terwijl de tegenstander gelaten moet toezien. Wanneer de wedstrijd is afgelopen klappen de spelers voor het publiek en Bernabéu applaudisseert voor Ajax, heel beleefd. Daarna is er nog de finale in Belgrado die zoals we allemaal weten routineus door Ajax wordt gewonnen en een tijdperk mee wordt afgesloten. Voor Real Madrid breekt een overgangsfase aan, binnen enkele maanden mogen er na een jarenlange stop weer buitenlandse spelers in de Spaanse competitie spelen. De transfer van Cruijff zal mislukken en Netzer wordt gehaald, de generatie Santillana – Del Bosque – Camacho zal doorbreken en nadat het schokeffect Cruijff voorbij is domineert de club in Spanje de jaren zeventig.

Ten slotte de vraag die hem vaak wordt gesteld: als Real Madrid tegen Ajax speelt, voor wie ben je dan? Antwoord: Ajax. Want als Ajax tegen Real Madrid moet spelen is het op de top van zijn kunnen en bezig met iets speciaals. Real Madrid doet altijd wel mee met de grote jongens dus dan gun je Ajax zijn momenten. Zoals de zaken er nu voorstaan gaat het nog heel lang duren voordat beide elkaar weer tegenkomen

lunes, febrero 18, 2008

84. Robbe-Grillet



Groot schrijver treedt het definitieve labyrint binnen. Meester van een koude, precieze en vervreemdende taal. Een tijdlang een voorbeeld zonder dat hij een woord van hem had gelezen (vrij direct via het magistrale L'année dernière à Marienbad, indirect via Report On Probability A, een ongegeneerde hommage/emulatie van Robbe-Grillet door Brian Aldiss.)

domingo, febrero 10, 2008

83. Voltt 2008

Al jaren kost het hem moeite om naar een housefeest te gaan. Het gevoel van een rots tegen de berg oprollen. De valkuil van met-DVD-op-de-bank-liggen die wenkt. Op de fiets de overtuiging dat dit echt de laatste keer wordt, het officiële afscheid. En dan op het hoogtepunt van het feest, in het moment, is er steevast die gedachte: “waarom heb ik hier ooit over getwijfeld?” Het is kortom een strijd met het afschudden van het gewicht van het dagelijkse bestaan.

Gisteren was dan ook feest waar alles goed ging. Geen rijen, geen kinderachtig fouilleren, uitverkocht maar nooit echt druk, Villalobos al bezig met zijn marathon wanneer je om 23:15 (!) binnenstapt, de chemische facilitators doen hun werk en er zijn significant minder zuipers/tenentrappers dan voorheen.

De Drugstore Cowboy "the ants in the grass, they were just doing their own thing” verzuchting in volle glorie.



De hippie koning, in alles een goed en vriendelijk mens, was overigens scherp ondanks zijn aanzienlijke consumptie van al dan niet door het publiek aangereikte joints. Soms landerig, dan weer in volle vaart de Autobahn van de geest tegemoet, van die uitermate bizarre platen draaiend die je nooit meer zal horen of vinden, dan weer melancholische haast dubachtige momenten inlassend waaruit mysterieuze stemmen klinken (en hij is waarschijnlijk de grootste stemmen-DJ van het moment.) Zo muzikaal dat het werkt op de dansvloer en als pure luistermuziek (want ergens verlangt hij naar de club waar je je kan terugtrekken door op een comfortabele fauteuil te zitten, inclusief glas Glenmorangie of goede Ribera del Duero en pijp natuurlijk.)

lunes, febrero 04, 2008

82. A Scanner Darkly in de polder en overzeese rijksdelen

Ja, hij moet toegeven: hij had een goed boek moeten lezen maar heeft gekeken. Peter R, je weet toch? En wat een bizarre mijlpaal in de televisiegeschiedenis is het geworden, in zekere zin het einde van televisie. Een titanenstrijd tussen aan de ene kant een omhooggevallen kleinburger die het woordenboek uit zijn hoofd heeft proberen te leren en onder het mom van Rechtvaardigheid ende Kijkcijfers zijn tegenstander (en meteen de rechtstaat en journalistiek) probeert kapot te maken. Aan de andere kant, Bret Easton van der Sloot, verwend blowkonijn met connecties in de juridische elite van Aruba en toch Straat. Eindresultaat: een confessie die geen waarheid brengt.



Wie zou dit kunnen hebben geschreven? Norman Mailer met een minutieuze reconstructie vol grote gebaren? Het strand, een levenloos lichaam en Joran gevangen in een onmogelijke situatie, waarin hij moet handelen…Camus? Joran de lege huls, levend in een wereld van te snel vervagende tekens waar hij grip op probeert te krijgen, DeLillo dan? Misdaad zonder Straf? Denken we de telepaten en vliegende auto’s weg komen we natuurlijk uit bij Philip K. Dick terecht. Verborgen camera’s, grote hoeveelheden drugs, paranoia, verraad, religieuze symboliek en een verhaal dat hoe verder het vordert, steeds vager wordt, laag na laag zoiets als waarheid explodeert, een labyrint schept waar leugens binnen leugens worden openbaart met altijd de twijfel of de hoofdpersoon hier continu geluk heeft, permanent in een B-film leeft of een kwaadaardig genie is. Als kind was hij altijd al voor de bad guys.

Extra punten voor de definitieve doorbraak van het woord coño in het dagelijks taalgebruik.

sábado, enero 26, 2008

81. (On)eindige opvoeding

Nu, Finnegans Wake lezende, Sans Soleil gezien, binnenkort de Blade Runner Final Cut en mythische workprint, doemt de vraag op: is er een einde aan je opvoeding? Een punt dat zegt: dit is genoeg, de rest zijn details. Natuurlijk niet, er is altijd meer, altijd weer zijpaden, nieuwe ontdekkingen, dingen die je niet zag aankomen, de leeslijst onderbroken door een intuïtieve keuze, de onverwachte vondst, waardoor ook die lijst weer wordt herschreven.

Opvoeding, opleiding, zelfverbetering. Hier als inwisselbare termen. Niet institutioneel, want hij is excessief opgeleid al is dat vooral een alibi geweest voor zijn zelfopvoeding die echt begon op zijn negentiende (zijn tienerjaren beschouwt hij voor het grootste gedeelte als een verloren periode.) Neem sociologie, een prachtig vak maar hij heeft waarschijnlijk hoogstens tien pagina’s Marx gelezen, een van zijn favoriete sociologen, Erving Goffman, heeft hij zelfs nog nooit een boek van gelezen…en dat maakt niet uit.



Het is een onderwerp dat semi-taboe is onder sociologen, waarschijnlijk omdat het niet-wetenschappelijk of voorspelbaar is, al pik je het als je scherp luistert soms op in de woorden van professoren: er bestaat zoiets als een moment van sociologisch inzicht, het makkelijkst te vergelijken met satori in Zen. Na ongeveer drie jaar studeren is er uit het niets een gevoel van helderheid, verlichting klinkt als te groots en metafysisch, ontwaken is beter…je ziet plotseling alles met een nieuwe blik, diep, allesomvattend, gerelateerd, schuivend door verschillende niveau’s, kil, sceptisch maar toch omgeven door een lichte extase van het moeiteloze denken. Dat is niet de uitkomst van lessen of de accumulatie van specifieke kennis. Het is de inlossing van een potentieel (waarschijnlijk karakterologisch van aard) die door een structuur van het studeren eerst wordt ingebed en vervolgens gedemonteerd (al dan niet versterkt door het zelfbewuste “open” of onzekere karakter van sociologie.)

Vervolgens is er de keuze: inwaarts, naar de fundamenten van de klassieken, de methode of de onvermijdelijke meesterloze weg, die zoekt naar infectering, open lijnen, grensvervagingen, waar sociologen/non-sociologen wachten (Barthes, Foucault, Baudrillard) om vervolgens zelf een pad te zoeken in film, literatuur, sciencefiction. Op zoek naar een poëtische sociologie.

lunes, enero 21, 2008

80. Finnegans Wake

En nu treden we onbegrensde landen binnen…Onvermijdelijk dat hij het ooit ging lezen maar eigenlijk per ongeluk uit de bibliotheek meegenomen (in tweetalige editie), gewoon omdat het er stond (het lijkt zo’n boek dat permanent is uitgeleend.) Voorbereiding: nihil. Geen hulpboeken, een korte plotschets uit Introducing Joyce en verder de twee tips van de man zelf: het is een droomboek en wanneer je twijfelt: hardop lezen in Dublinaccent. Na twee pagina’s was in ieder geval duidelijk dat hij gewoon de “engelse” versie moest lezen en dat hij het gaat uitlezen. Wat er verder ook allemaal over gezegd/geschreven is voor hem overheerst het weldadige gevoel van vrijheid, als hij vasthoudt aan een soort zorgeloze lezing, vrijheid om te doen met de taal wat je wilt natuurlijk, maar misschien belangrijker eigenlijk de explosie van plot (het leest inderdaad als een droom-die-je-vergeet.)



Wanneer de verlengingen verzadigd zijn, want het gaat hem hoogstwaarschijnlijk niet lukken om het boek in negen weken uit te lezen, schaft hij direct een pocketversie aan…ze vertellen je namelijk nooit dat het een heerlijk boek is om permanent bij je te dragen, op elk moment uit je tas te halen en verder in te gaan.

En Finnegans Wake vertelt hem meteen iets over zijn dochters. De ene, proto-dichteres en verhalenvertelster, luistert vol plezier wanneer hij stukken in het Nederlands voorleest, de ander, strikter bezig met regels, krijgt ongekende woedeaanvallen.

domingo, enero 06, 2008

79. DJ Set voor het archief

De Mussen, Hilversum 5 januari.

Rufus Wainwright – Tiergarten (Supermayer remix)
Kelly Polar - Chrysanthemum
John Cooper Clarke – Evidently Chickentown
Jackson - Utopia
FDU – Crockett’s Theme (Original mix)
Motiivi Tuntematon – Mankind Failed
Yoav B – Boogie Down Saturn
Tres Demented – Shez Satan
Faze Action – In The Trees (Carl Craig remix)
Chantal – The Realm (Wild Club remix)
Phuture – Rise From Your Grave (Tiefschwarz remix)
Kraftwerk – Aerodynamik (Hot Chip’s Intelligent Design mix)
Avus – SPNKR
Gabriel Ananda – Take Off
Onur Özer – Sahara
The Horrorist – One Night In NYC (Ricardo Villalobos remix)
Sweet Light – Abusator (Black Strobe remix)
Black Strobe – Brenn Di Ega Kjerke
Winks – Meditation Will Manifest
BOD - Es Coma La Cocaina
Green Velvet – La La Land (Dave Clarke remix)
Cursor Miner – The Sport Of Kings
Alan Braxe & Fred Falke – Rubicon (Original version)
M83 – A Guitar And A Heart
Djuma Soundsysyem - Les Djinns (Trentemøller remix)
Sly & The Family Stone - Fun
Gary Numan – Cars (Dave Clarke remix)