domingo, junio 04, 2006

19. The Fall of Chronopolis

“With a hollow booming sound the Third Time Fleet materialized on the windswept plain. Fifty ships of the line, the pride of the empire and every one built in the huge yards at Chronopolis, were suddenly arrayed on the dank savanna as if a small city had sprung abruptly into being in the wilderness. The impression was increased by the lights that shone within the ships, outlining their ranks of square windows in the dusk. A few fat drops of rain spattered on the scene; the atmosphere was moody, clouds were gathering in the racing sky, and soon there would be a storm.”



Prachtig begin van Barrington Bayley’s The Fall of Chronopolis (1974). En stormen gaat het inderdaad in deze tijdreis klassieker van een van de mindere beroemde New Worlds auteurs. Ook al is hij altijd gecharmeerd geweest van Wells’ pessimistische The Time Machine is tijdreis sciencefiction nooit zijn favoriete subgenre geweest (tenzij Dick flink met psychedelica los ging, denk Now Wait For Last Year… en Ballards verhalen over tijd zijn een genre op zich.) Het is een lastig thema om echt goed te doen zoals Bayley hier doet door er onder andere een mooie religieuze draai aan te geven en het idee van ‘the strat’ te introduceren, een oceaan van potentiële tijd waar schepen doorheen reizen en waarop een korte blik genoeg is om de observeerder tot waanzin te drijven. Sciencefiction op zijn best, bizarre ideeën, nare paranoia, goddelijke transformaties, vermoeide koningshuizen, perverse sektes, in een boek dat leest als een trein. Een hele opluchting na het postmodernisme light van The Cloud Atlas, waarvan hij het ambacht van de schrijver wel kon appreciëren maar wat uiteindelijk helemaal nergens over ging en waarin een sciencefiction pastiche hem ontzettend irriteerde. In zo’n 90p jaren zeventig pocket met lelijk getekende voorkant zit meer inventiviteit dan alles wat tegenwoordig wordt geprezen als hoogstaande literatuur .