sábado, mayo 20, 2006

17. A.S. Saint-Etienne – Dynamo Kiev 1976

Een DVD kopie van de complete wedstrijd op de kop getikt die in Frankrijk bij de autobiografie van Dominque Rocheteau werd geleverd. Een dag nadat hij betaald had werd de gebruiker van eBay verwijderd wegens het aanbieden van door copyright beschermde goederen. Twee dagen later vindt hij de DVD in de bus. Er zijn nog eerlijke mensen, altijd een prettige conclusie.

Waar te beginnen? Het Geoffroy Guichard Stadion, een iets groter uitgevallen (en dan al compleet overdekte) versie van De Meer maakt zijn bijnaam Le Chaudron (de ketel) waar want maakt gedurende de gehele wedstrijd een enorme herrie. Meteen mooie details: fans die op het dak zijn geklommen om de wedstrijd te zien. 17 maart 1976, de return van de kwartfinale Europacup I, waar de heenwedstrijd in 2-0 is geëindigd in het voordeel van Dynamo Kiev (toen al onder leiding van grootmeester Lobanovski*), houder van de Europacup voor Bekerwinnaars, op dat moment de favoriet voor de eindzege in het toernooi sinds Bayern München in de Europese Supercup tweemaal van de mat is geveegd. Met in de gelederen de Europese voetballer van het jaar Oleg Blochin. Kortom, Saint-Etienne wacht een lastige taak.

De spanning-in-het-moment maakt een legendarisch wedstrijd en die is onmogelijk te reproduceren. Kiev verdedigt en loert op de counter en Saint-Etienne valt de eerste helft braaf aan zonder dat de paar kansjes worden verzilverd. Die eerste helft is vanuit de toekomst fascinerend in hoe het voetbal er uit ziet: de haren, de shirts, de kalme arbiter die in 120 minuten geen kaart trekt, het terugspelen op de keeper en eindelijk snapt hij waarom Larqué, in de finale van Glasgow een wat melancholische speler, de aanvoerder is van dit Saint-Etienne, een typische jaren zeventig spelverdeler die veelvuldig de bal met de buitenkant voet speelt (waarom is die traptechniek zo zeldzaam geworden?)

De eerste helft eindigt in 0-0 en dus begint de tijd te dringen. Bovendien kruipt Kiev steeds meer naar voren, klaar om het karwei definitief te klaren. Dan wordt duidelijk dat een mooie voetbalwedstrijd meer dan om goed spel** en prachtige doelpunten gaat om narratief. Een bepaalde generatie Fransen weet, zoals ze bepaalde dichtregels uit hun hoofd kennen, dat Blochin na een lange solo, vanaf de rand van het strafschopgebied een open kans heeft om te scoren maar toch nog kapt (om de bal voor zijn goede been te leggen?) wat Lopez de kans geeft om met een wanhopige tackle de bal af te pakken. Nu zie je een noodzakelijke narratieve ruimte, een opening in het veld, een opening ook als in een collectieve zucht van verlichting, verwondering misschien bij de spelers van Kiev dat Blochin niet scoort, die doorkruist wordt door een snelle tegenaanval en die eindigt bij Revelli die het noodzakelijke “doelpunt van de hoop” scoort (zonder dat soort doelpunt, een brug, geen narratief van een wonderlijke comeback.)



In de 72e minuut de gelijkmaker. Een vrije trap vlak bij het strafschopgebied die Jean-Michel Larqué met een zwiepende trap langs de muur en de zich uitstrekkende keeper schiet. Dan begint de uitputtingslag (fysieke uitputting, een belangrijke factor in het heroïsche voetbalnarratief), Larqué raakt geblesseerd en daarmee zijn de wissels (twee in die tijd) op. Rocheteau, die hem nog het meeste doet denken aan een introverte Tscheu La Ling, een voetballer van geniale momenten en verdwijningen, raakt geblesseerd maar moet verder spelen. Voorbode van toekomstige tragedie: Rocheteau blijft ook in de halve finale tegen PSV “geraakt” spelen, waardoor hij uiteindelijk niet kan starten in de finale.

Dynamo Kiev (zou die wedstrijd eigenlijk in de Sovjet-Unie rechtstreeks op televisie zijn uitgezonden? Hoe deed men dat destijds?) begint de verlenging vol frisse moed, ze hebben minder met krachten moeten smijten en er zijn flitsen waarin je hun vermaarde positiespel en snelle passing ziet. Saint-Etienne wankelt, zeker wanneer een kopbal door keeper Curkovic in een reflex tegen de paal wordt geduwd en via de binnenkant weer terugstuitert in zijn armen. Even later riekt een tackle binnen het strafschopgebied naar een penalty. Dan is er acht minuten voor het einde van de verlenging een prachtige dribbel van Patrick Revelli die vervormt wordt tot een voorzet die eindigt voor de voeten van Rocheteau, die eerder uitgeput op het veld lag en zich als in een koortsdroom door die fase heeft moeten bewegen en die de bal in het doel ramt. 3-0. Het narratief volbracht. Belangrijk: het heroïsche narratief moet op dat moment benoemd worden (taak van de commentator.)



* De wedstrijd wordt met twee camera’s gefilmd. De meest gebruikte, de hoge, voor het spel zelf en een op veldniveau voor dode spelmomenten. De trainers Lobanovksi en Herbin zijn nooit in beeld (geen mogelijkheid om dus te zien of Lobanovski toen ook al zo zenuwachtig heen en weer bewegend de wedstrijd volgde.) Er is geen cultus van persoonlijkheid, geen interesse in individueel drama, zeker ook geen voor- of nabeschouwingen. Een bijna pure, afstandelijke registratie.

** Saint-Etienne speelt in de Franse voetbalgeschiedenis een beetje een vergelijkbare rol met Ajax, de brengers van het modernisme in het voetbal aan de vooravond van het mediatijdperk. Zowel Lobanovski en Herbin waren op hun manier erg beinvloed door het totaalvoetbal van Ajax maar het is ook duidelijk dat Ajax van een uniek niveau was waar alleen het Real Madrid van Di Stefano aan kan tippen. Saint-Etienne speelde vanuit een bijna onneembare defensie met Lopez, de steeds opkomende libero Piazza en de back Janvion als fantastische mandekker. Het middenveld werd beheerst door de flegmatieke maar zeer technische Bathenay en Larqué. Wat Saint-Etienne uiteindelijk kwetsbaar maakte was de aanval waar Rocheteau de hulp van een echte afmaker miste. Die krijgt een paar jaar later vorm met Rep, waar Platini een cruijffiaanse rol zou gaan spelen. Maar een zekere naïviteit, een periode van de ontdekking van de eigen kracht was toen al voorbij. Het is een fascinerende vraag, die alleen beantwoord kan worden door mensen die het team destijds regelmatig hebben zien spelen, waarom dat latere Saint-Etienne niet veel succesvoller is geweest dan haar potentieel deed vermoeden (zijn hypothese is dat de controle en dominantie van Piazza een cruciaal verlies was.)