sábado, diciembre 15, 2007

77. Sly

De grootste utopist sinds Charles Fourier. Overtuigt hem bijna van de inherente goedheid van de mens.



(edit: de vorige opname was mooier omdat het de utopische wens perfect samenvatte, Sly die het publiek uitnodigt om op het podium te dansen, net als zijn band zonder onderscheid van blank of zwart en bovendien 'Everyday People' zingt.)

Eigenlijk komt hij hierop dankzij een toch weer tegenvallende 33 1/3, dit keer met het onderwerp There’s A Riot Goin’ On (1971), juist een van de meest geïnspireerde statements over/vanuit de keerzijde van het bovenstaande, de gevallen utopie. Hoe je een tekst over deze sleutelplaat kan verknallen is bizar. De meest basale reden: het duurt tot meer dan de helft van het boek voordat Miles Marshall Lewis eindelijk bij het eigenlijke album arriveert (en zo geen tijd overhoudt voor de ontvangst van het album, verbanden, connecties.) Het interessante aspect is dat het boek niet vanuit een rockistisch perspectief is geschreven maar een meer hiphop georiënteerde blik (ook al resulteert het niet in een aanstekelijke analyse of een radicale manier van schrijven.)

Zoals altijd, zelfs bij de slechtere afleveringen van 33 1/3, komen er wel leuke feitjes langs, de meest interessante eigenlijk de opzichte dingen waar hij jarenlang overheen heeft gekeken. Hier: opeens is duidelijk waarom die Amerikaanse vlag op de hoes nooit “juist” voelde (het blauw is zwart, de sterren veranderd in een kleiner aantal zonnen) en dat het titelnummer 0 seconden duurt (op zijn cd-uitgave overigens niet als aparte track geprogrammeerd.) De teksten van de plaat als bijlage zijn dan weer jammer…geen plaat laat je zo effectief eigen teksten vormen als There’s A Riot Goin’ On. Zo hoorde hij Sly Stone in ‘Poet’ altijd even terecht als onmogelijk zingen: “I’m Shaun Ryder, a poet.”