sábado, mayo 17, 2008

95. Speeddenken

Een tijd geleden trok hij in de bibliotheek in een vlaag van nieuwsgierigheid L’Etre et le néant van Sartre uit de kast om het vol verbazing door te bladeren. Niet zo zeer vanwege bepaalde woorden, zinnen of redeneringen maar als wel de manier waarop pagina na pagina zonder alinea is volgeschreven. Even bizarre als intimiderende blokken tekst. Kortom, de schriftuur van een speedfreak. Dat deed hem vrijwel direct denken aan deze wonderlijke passage aangehaald door Michael Onfray in De Buik van de Filosoof over Sartre’s dagelijkse dieet:

“Twee pakjes sigaretten – Boyard van maïspapier – en talloze pijpen, gestopt met zware tabak; meer dan een liter alcohol – wijn, bier, brandewijn, whiskey, etc. –; tweehonderd milligram amfetaminen; vijftien gram aspirine; verscheidene grammen barbituraten, zonder de koppen koffie, thee en andere smering van zijn dagelijkse levensonderhoud mee te tellen.”

Wat hem weer doet denken: is er wel eens een geschiedenis van drugs en denken geschreven? Van Plato’s vermeende associatie met de Eleusinische mysteriën, via Hegel en koffie, Freud en cocaïne naar de 20ste eeuw met Benjamin en hasj, de wietplant van Foucault, Deleuze en LSD, de slaapmiddelenverslaving van Derrida tot Angelsaksische analytische filosofie en slappe thee. Er zijn wel voorzetten geweest met Derrida’s eigen La pharmacie de Platon, Sadie Plants Writing on Drugs en op onnavolgbare wijze Ronells Crack Wars maar nooit een systematische studie. Het soort boek waarvan je ooit hoopte dat Ian Penman het zou schrijven. Al is die notoir als bedenker van mogelijke, in plaats van schrijver van daadwerkelijke, boeken. De bovengenoemde Onfray is eigenlijk de aangewezen persoon om deze schaduwmaterie eens goed in kaart te brengen.