domingo, marzo 11, 2007

49. Barça – Real



De wedstrijd in Nou Camp is nooit prettig en toch gaat hij er als gehypnotiseerd meestal naar toe. Een soort masochistisch ritueel. Gisteren dus niet, omdat Real Madrid zijn eeuwige rivaal onder controle heeft, en toch op het laatst weer wel, omdat in de laatste minuut een zekere overwinning uit handen wordt gegeven. Maar voetbal is niet eens het plezier van gisteren (sowieso is voetbal plezierloos aan het worden), het plezier is van taal. Want er is geen betere voetbal ervaring dan die van het live verslag op de Spaanse radio. Hier geen gortdroge en valse hang naar objectiviteit zoals geperfectioneerd in Nederland (sinds de dood van Theo Koomen) met de commentator als eenling die namen opdreunt. Nee, hier een kakofonie van stemmen. Minsten vijf sprekers. Een evenement met als achtergrond de wedstrijd. Langlopende discussies worden opgepikt, sigaretten hoorbaar opgestoken, reclame voor whiskey bijna naadloos door het narratief geweven, spelers in lange tirades afgekraakt totdat er opgewonden “Ojo! Ojo!” wordt geroepen omdat er gevaar dreigt. Dan wordt minutenlang het spel genegeerd voor nieuwe discussies. En er is humor, sarcastische afrekeningen, juichende terechtwijzingen, wanneer iemand teveel onzin praat mag hij zelfs afgefloten worden (en ja, daar is een speciale jingle voor.) Dit alles in een zwaar klimaat van ironie omdat het seizoen van Real Madrid een catastrofe is. Een gezellige chaos die zoiets als de Spaanse psyche karakteriseert (hij heeft totaal niets tegen Catalanen maar ze hebben in ieder geval wat betreft voetbal geen enkele humor, worden gedreven door een verbittering en zelfhaat die alleen maar erger worden gemaakt door de steken van typisch Madrileense ironie.)